zondag, maart 13, 2016

Climax in K’tha’Khat (16 januari 2016)

Op naar de climax...
We rennen dan ook naar de derde verdieping waar her en der de lichamen van verslagen wachters op de vloer liggen en aangeven hoe ernstig de situatie is. Luid gebrul wijst ons de juiste weg. Erik komt als eerste bij de deur van de troonzaal aan en opent deze een klein beetje. 

Binnen is het een grote ravage; twee draken, zilver en groen, zijn in hevig gevecht waarbij de zilveren draak het onderspit dreigt te delven. Achter in de troonzaal staan drie, door zuur aangevreten, wachters de koning en drie kisten te bewaken. Het dichtst bij de deur staan vier drakenpriesters te prevelen. Uiteindelijk moeten we toch allemaal door de deur en vallen we de vier priesters aan.....

Zilver of groen?
De priesters gaan zo geconcentreerd op in hun ondersteuning van de groene draak, dat ze op niks anders letten. Met een paar rake klappen schakelen we snel de priesters uit, terwijl de draken in het midden van de troonzaal aan het vechten zijn.

De koning heeft ons gezien en roept ‘Vriend of vijand?’. Gaucelm antwoord snel in het Dwergs dat we vrienden zijn en als om het te bewijzen schiet Martin snel een paar pijlen in een van de achterpoten van de groene draak. Ook Erik lijkt een goede vuistslag aan de draak uit te delen, al is hij soms moeilijk te volgen. Alsof hij in het niets verdwijnt en dan plotseling ergens anders weer opduikt.

Elaine en Draco zijn iets voorzichtiger en storten zich niet direct in de kluwen van vechtende draken, waarin voor onze ogen de zilveren draak nog een paar flinke wonden oploopt. Gelukkig weet ze wel flink van zich af te bijten. Een langzame benadering is dus veiliger en Winwin ondervindt dat aan den lijve, want hoewel hij met zijn magische Kroes wel een klap uitdeelt, krijgt hij tegelijk ook een flinke haal van een van de klauwen van de groende draak.

Ook Bartholomeus kiest voor de voorzichtige benadering en waarschuwt daarbij iedereen om niet teveel in een kluitje te gaan staan. Gaucelm is al helemaal niet van plan om zich in het geweld te mengen. Hij begint wel een inspirerend liedje te zingen, maar rent langs de draken richting de gordijnen die aan de zijkant van de troonzaal hangen. Met een grote snoekduik verdwijnt hij achter het gordijn. Luid gerinkel en een hardgrondig ‘Auw’ klinken vanachter het gordijn, al weet onze bard die Auw dan wel weer mooi in z’n lied te verwerken. De dwergenkoning kijkt echter wel erg bedenkelijk.

De langzame benadering heeft duidelijk zin voor Elaine. Ondanks de wirwar ziet ze een aanvalsmogelijkheid. ‘Zowaar het goede en het rechtvaardige zegenviert, vandaag komt er een einde aan je kwade daden!’ roept ze uit, terwijl ze haar zwaard diep in de onderbuik van de groene draak drijft.

De zilveren draak maakt gebruik van de afleiding en gesterkt door de nabijheid van Draco en zijn aura stort ze zich nog eenmaal vol overgave op de groene draak. Haar aanval treft doel, maar de rollebollende draken werpen wel Elaine, Erik en Winwin omver. Misschien is dat wel een geluk bij een ongeluk, want de groen draak antwoord met een grote golf zuur. Het zuur gaat grotendeels over Elaine, Erik en Winwin heen, maar de zilveren draak wordt vol geraakt en stort ter aarde. Achter haar wordt ook de koning met zijn wachters geraakt, waardoor ook twee van de drie wachters neergaan.

Paniek
Met het vallen van de zilveren draak daalt een wolk van paniek neer in de troonzaal. ‘Neeeeee…’ klinkt een ijzige gil uit Draco’s mond, terwijl hij naar de zilveren draak rent. Dat hij onderweg nog een uithaal van de groene draak om z’n oren krijgt maakt hem daarbij niet uit. Martin wordt bevangen door een ander soort paniek, want hij had zich eigenlijk nog nooit zo gerealiseerd wat een ontzagwekkend verschijnsel zo’n draak is. Hij bibbert ervan en dat is duidelijk niet goed voor zijn scherpte. Zijn pijlen raken alle delen van de troonzaal, maar komen niet meer in de buurt van de groene draak.

De anderen moeten ook een paar keer goed slikken, maar vermannen/vervrouwen zich. Toch lijken ook Erik en vooral Bartholomeus aangeslagen, want hoewel Erik wel naar de groene draak toe kruipt en Bartholomeus zelfs een charge uitvoert, leiden hun aanvallen tot niets. Winwin ziet het vanaf de grond met lede ogen aan en besluit maar even rustig op te staan en een rustmomentje te nemen om zichzelf moed in te drinken. Elaine laat zien hoe het wel moet. Liggend op de grond maakt ze een katachtige draai, rolt naar de poten van de draak toe en roept opnieuw rechtvaaridgheid en goedheid aan. Ook deze keer vindt haar zwaard een weg tussen de schubben van de draak door en boort zich deze keer diep in een dijbeen.

Ondertussen is Gaucelm ook opgestaan na zijn snoekduik en kijkt hij eens goed om zich heen. Hij ziet een grote hoeveelheid schatten: goud, juwelen, prachtige drinkbekers, een paar ceremoniële bijlen, teveel om op te noemen. Het ligt wel op een wat vreemde berg, bijna alsof het een bed is. Helaas ziet hij niks wat ons bij dit gevecht kan helpen, dus hij zal terug moeten vallen op zijn grootste wapen, zijn mond. Hij stopt met zingen en roept vanachter het gordijn dat de rest moed moet houden, omdat hij er bijna in geslaagd is om de koning stiekem in veiligheid te brengen. Zolang het nodig is zal hij de illusie van de koning in de troonzaal in stand houden.
Hoe geloofwaardig het ook klinkt, het haalt niet veel uit, al weet hij hiermee wel kort de aandacht van de draak te trekken. Die heeft echter andere prioriteiten en loopt over het levenloze lichaam van de zilveren draak heen richting de koning.

In het voorbijgaan weet Erik nog wel een flinke klap uit te delen. Bartholomeus probeert hetzelfde, maar raakt wederom niets. Nou ja, niets. Bartholomeus raakt wel degelijk iets, maar helaas is het zijn eigen grote teen.

De enig overgebleven wachter klimt op zijn overleden collega en trotseert de blik van de draak. Achter hem begint de koning ineens te zingen, en hoe! Zijn lied is nog veel inspirerender dan Gaucelm’s liederen. Zelfs degenen die geen Dwergs verstaan worden erdoor gemotiveerd. De draak laat zich echter door niemand in de weg staan en sluit met een grote hap de wachter in zijn mond. Hij heeft zelfs nog tijd om naar de aanstormende Winwin uit te halen, die daardoor met zijn bierpul alleen langs het pantser van de draak schampt.

How to miss a dragon
Draco kan het bijna niet geloven, maar de zilveren draak is echt dood. Ongeloof zet zich om in verdriet, gevolgd door een niets ontziende woede. ‘Jij $#@%& groen $#%^&$ monster’, schreeuwt hij uit. Hij stormt op de draak af, maar in alle woede mist hij precisie en zijn slag mist de draak volledig. Bartholomeus hinkt hem achterna, maar de pijn in zijn teen leidt hem nog teveel af, waardoor zijn slag afketst op het pantser van de draak. Erik en Elaine staan beiden op van de grond en begeven zich richting de strijd. Martin rent nog steeds rond om in alle richtingen behalve de goede zijn pijlen af te vuren. Het ziet er niet heel goed uit.

Gaucelm besluit dat het tijd wordt om het over een andere boeg te gooien. We hebben ons vaker succesvol als drakenmeester voorgedaan, dus waarom zou deze keer anders gaan? Hij denkt nog eens goed terug aan de draak die we in de oude Holm verslagen hebben, past zijn stem aan en roept in zijn beste Draaks: ‘Laat die dwerg los en stop met dit gevecht. Ik beveel het!’.

De draak kijkt om naar het gordijn en slikt met zichtbaar genoegen de dwerg door. De koning maakt gebruik van de afleiding en ineens staan er vijf koningen. De draak besluit ze allemaal aan te vallen en binnen een mum van tijd staat er nog maar één aangeslagen koning.

Dit is het teken voor iedereen om zich nogmaals op de draak te storten, maar veel beter wordt het niet. Winwin, Elaine en Draco weten weer alleen de schubben van de draak te raken zonder hem ook maar enigszins pijn te doen. Erik verdwijnt weer in het niets, maar lijkt in elk geval de draak niet te verontrusten.

Gaucelm probeert het nog eenmaal en beweert dat zijn stem misschien wat anders is dan normaal omdat hij zich in mensengedaante bevindt, maar dat hij toch echt de meester is en dat de draak zijn bevelen op moet volgen. De groene draak wordt er echter niet meer door afgeleid.

Martin heeft genoeg van alle missers en bedenkt in z’n eentje een ander plan. Achter de koning heeft hij een kist zien staan, met daarin iets wat lijkt op eieren. Eieren met een zilveren gloed. Misschien is die groene draak wel helemaal niet geïnteresseerd in de koning, maar probeert hij bij de eieren te komen. Dus die eieren moeten daar weg! En snel ook!
Als er iets is dat Martin goed kan, (naast schieten en verhalen vertellen), dan is het wel rennen, dus dat doet hij. Hij rent naar de kist, gooit het deksel dicht, bibbert nog steeds teveel om de kist goed af te sluiten, heeft daar bovendien geen tijd voor en rent dus met klepperende kist verder. Gelukkig zijn de eieren zwaar genoeg, waardoor ze niet makkelijk uit de kist vallen. Zodra Martin achter de koning vandaan is trekt hij ook nog zijn zwaard erbij en roept ‘Jongens, ik heb ze, ik heb ze, ik breng ze in veiligheid!’.

How to hit a dragon
Bartholomeus ziet de waanzin om zich heen, ziet de koning verontrust kijken naar afwisselend de grote groene draak tegenover hem en de rennende Martin met de klepperende kist met eieren aan de zijkant van de troonzaal. ‘Nu is het afgelopen. Volg mijn voorbeeld!’ roept hij naar de anderen. Hij concentreert zich en dient dan de draak een zware slag toe.

De koning ziet Bartholomeus’ actie, ziet hoe de anderen ineens nieuwe inspiratie lijken te krijgen en besluit dat hij ondanks hun vreemde acties in de schatkamer en bij de eieren toch maar op dit stel niet-dwergen moet vertrouwen. Hij zingt een ander lied en plotseling voelt iedereen zich razendsnel.
De draak kan de acties van Bartholomeus en de koning niet waarderen en valt iedereen tegelijkertijd aan. De koning wordt in de grote bek van het beest genomen. Met zijn klauwen raakt hij Winwin en Bartholomeus, zijn vleugels raken Elaine en Erik en met zijn staart haalt hij uit naar Draco, die als enige op tijd weet te bukken.

Geïnspireerd door Bartholmeus en opgezweept door het gezang van de koning dat nog nagalmt in de troonzaal, vallen Winwin, Erik en Draco tegelijk aan. Winwin geeft de draak een keiharde oplawaai met zijn pul, Erik geeft een onderhandse buikslag, Draco gooit al zijn woede in een uithaal van achteren. Alle drie raken de draak hard, maar het is nog niet genoeg. Het is aan Bartholomeus om de genadeklap uit te delen en die taak is hem op het lijf geschreven. Met een ferme zwaai haalt hij uit en treft de draak maar liefst tweemaal. De laatste stoot gaat recht de borstkas in en met een laatste schreeuw zakt de draak door zijn poten. Het monster is verslagen en uit zijn bek rolt de zwaar gehavende koning.

Daar zijn de hulptroepen
Elaine is als eerste bij de koning en steekt hem de helende hand toe, die met dank wordt geaccepteerd. Draco viert nog een tijdlang zijn woede bot op het lichaam van de groene draak, totdat Bartholomeus hem komt kalmeren. Het helpt dat Martin terugkomt met de kist met eieren, dit geeft Draco voldoende afleiding en hij maakt een eerbiedige buiging. Ook de koning wordt duidelijk gerustgesteld door het terugbrengen van de eieren.

Plotseling komt door de deur ook Draco’s leermeester aan, samen met zijn koningsgezinde partners. Ze brengen verslag uit over de situatie in de stad, die nu weer redelijk onder controle lijkt te zijn. Verwonderd maakt hij samen met Draco een rondgang om het lichaam van de groene draak en prijst het team voor hun moed. Samen zoeken ze een paar mooie onderdelen van het lichaam uit om te kunnen verwerken tot wapens en armor. Draco neemt ook het amulet van de draak af, waarmee het laatste amulet in Kattegat gevonden is.

Ineens klinkt ook van buiten een luid geraas en de balkondeuren slaan open. Het blijkt geen simpel balkon te zijn wat er aan de troonzaal vastzit, maar een complete landingsbaan. Voor draken! Een grote zilveren draak is zojuist geland en komt naar binnen stormen. Een huiveringwekkende kreet klinkt uit zijn keel, als hij zijn overleden vrouw ziet liggen. Hij vleit zich naast haar neer en begint haar zacht kopjes te geven.
Van zijn rug springt een ons bekende dwerg, de wachtkapitein die ons van de wachttoren naar Kattegat heeft begeleid. Hij heeft flinke wonden en een blauw oog, maar dat lijkt hem niet te deren. Hij loopt op de koning af, knielt, en begint verslag uit te brengen. Aan de rand van het koninkrijk is een aanval geweest van jonge groene draken. Het lijkt erop dat deze draken op zoek zijn naar een plek om te nestelen en dat het dwergenland ze hier erg geschikt voor lijkt. Met name Kattegat zou een prachtig nest zijn volgens de groene draken. De wachters hebben uitstekend strijd geleverd en hebben de jonge draken verslagen. Achteraf gezien was het duidelijk een afleidingsmanoeuvre, want hierdoor ontbraken de kapitein en de grote zilveren draak in de troonzaal. Het is aan onze hulp te danken dat het voor de dwergen goed is afgelopen, al is het verlies van de zilveren draak groot.

Gunst van de koning
De koning bedankt de wachtkapitein en roept ons naar voren. ‘Jullie hebben de dank van de inwoners van Kattegat en van haar koning. Morgen zal er een ceremonie plaatsvinden om jullie te bedanken voor jullie hulp. Jullie zullen een medaille ontvangen voor bewezen diensten, de zilveren K’tha’Khat’se drakenpenning. Daarnaast mogen jullie mij allemaal om een gunst vragen. Wat is jullie wens?’

Als leider van ons team stapt Bartholomeus als eerste naar voren. ‘Als teken van goede wil van de mensen naar de dwergen, zijn we naar de Oude Holm gestuurd om deze weer bewoonbaar te maken. Nu hebben we u zelfs hier in K’tha’Khat kunnen helpen in de strijd tegen een kwaad dat de onenigheid tussen mensen en dwergen ver overstijgt. Als wederdienst zou ik u willen vragen om met de leiders van de menselijke landen in overleg te treden, de diplomatieke banden aan te halen en zo onze geschillen te slechten.’
De koning kijkt serieus naar Bartholomeus en antwoordt: ‘Uw zaak is nobel. Het zal geschieden. Ik verzoek u om de komende weken aan het hof te blijven, zodat u mij kunt instrueren over de stand van zaken in de menselijke landen.’

Als tweede komt Gaucelm naar voren. ‘Oh eerbiedwaardige koning, leider der dwergen, vriend van draken, inspirator en orator, ik vraag slechts om een kleine gunst. Ik heb een gering informatienetwerk en dit zou ik graag uit willen breiden. Kunt u mij in contact brengen met de dwerg die in K’tha’Khat en de omliggende landen verantwoordelijk is voor uw informatievoorziening?’
De koning kijkt lang en doordringend naar Gaucelm, maar deze kijkt ongedwongen terug. Uiteindelijk knikt de koning naar de wachtkapitein die naast hem staat. Deze knikt terug naar de koning en vervolgens naar Gaucelm. Gaucelm knikt op zijn beurt terug naar de kapitein en maakt tenslotte een buiging naar de koning.

Enigszins afkeurend stapt Elaine naar voren. ‘Wijze koning’, begint ze. ‘De grootste gunst is niet toegang tot de kennis van nu. De grootste gunst is toegang tot de kennis van het verleden. Hoe kwam de wereld tot stand, hoe is zij geworden tot wat ze nu is. Welke wijsheden liggen er verscholen in de geschiedenis, welke vaardigheden zijn ontplooid in de zee der tijd, welke lessen kunnen we leren uit de cyclus van het leven? De gunst die ik vraag is toegang tot uw bibliotheek en de mogelijkheid om kopieën te verkrijgen van de boeken die zich daar bevinden.’
Een wijs gekozen gunst’, antwoordt de koning. ‘De komende weken zal er een verblijf in de koninklijke bibliotheek tot je beschikking worden gesteld. Dit biedt je de mogelijkheid om de boeken uit te kiezen die je gekopieerd wenst te hebben. Zolang je leeft zal je op deze manier toegang tot de bibliotheek hebben.’

Martin kan zich niet langer bedwingen en rent als volgende naar voren. ‘Koning, koning, weet u dat u prachtige draken heeft hier. Wat een mooie beesten zijn dat toch, draken. Gevaarlijk hoor, maar wel heel erg mooi. En sommige zijn heel lief, kijk maar naar die zilveren daar die zijn overleden vrouw kopjes aan het geven is. Mooi verhaal trouwens, want draken zijn heel trouw aan hun partner, zelfs als ze niet bij elkaar wonen en alleen samen komen om eitjes te maken.’
De koning stopt Martin met een handgebaar. ‘Wat is je wens?’
Sorry meneer de koning. Of bent u mevrouw de koning? Nou ja, wat ik eigenlijk heel graag zou willen is om te leren voor draken te zorgen. Eieren uitbroeden, jonge draakjes voeren, schoonmaken en mooi opboenen, de mest wegbrengen, hoeveel mest maakt een draak eigenlijk? Dat wil ik.’
Het zal geregeld worden. De komende weken zal je onderdak krijgen bij de koninklijke drakenverblijven en kun je leren van onze beste drakentrainers.’

De koning is nog niet uitgesproken, of naast hem duikt ineens Erik op. De koning vertrekt echter geen spier en kijkt Erik vragend aan. Erik buigt naar voren en fluistert iets in het oor van de koning. ‘Ok’, antwoordt de koning en Erik loopt tevreden terug naar de groep.

Draco ziet zijn kans en licht buigend stapt hij naar voren. ‘Waarde koning, zoals u ongetwijfeld weet ben ik als klein jongetje opgegroeid in Stk’vzn’Khat, waar ik in de leer ben genomen door mijn zeer gewaardeerde meester, Robert Leermaker.’ Draco kijkt naar zijn meester en ziet goedkeuring in zijn ogen. ‘Aan hem ben ik mijn leven en mijn kennis verschuldigd. Deze schuld is te groot voor mij om ooit af te kunnen lossen. Daarom zou ik u willen vragen om deze schuld van mij over te nemen en aan mijn meester de gunst te verlenen die u mij biedt. Dan kan ik hierna nog steeds in alle dankbaarheid, maar op basis van gelijkwaardigheid met mijn meester op kan trekken.’
De koning kijkt achtereenvolgens naar Draco en naar Draco’s meester en spreekt dan Draco toe. ‘Je schuld is hiermee vervallen. Ik zal later met je meester spreken over compensatie voor deze schuld. Jou benoem ik tot eredwerg voor het leven.’

Hik hik, hoera!’ roept Winwin. ‘Drank voor iedereen. Of in elk geval voor mij!’ ‘Zo zij het’, antwoordt de koning. ‘Jij zult de rest van je leven overal in K’tha’Khat gratis drinken.’

Tijd voor een nieuw avontuur
De volgende dag vindt de ceremonie plaats op het centrale plein in de stad. De koning heeft een mooie toespraak, er klinkt dwergs gezang, de medailles worden uitgereikt en na afloop vloeit het bier onder begeleiding van nog meer dwergs gezang.
De weken erop vliegen voorbij. Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden, maar bij de smidse van Draco’s voormalige leermeester treft iedereen elkaar zo op z’n tijd. Dit geeft de gelegenheid om ieders uitrusting wat op te lappen en bij te praten over ieders ervaringen. Sommigen komen niet alleen…

Martin komt plotseling zijn nieuwste aanwinst showen. Een dwerg met een onuitspreekbare naam, die door Martin is gedoopt tot Bob. ‘Hij zat daar alleen op een trapje en hij leek wel honger te hebben. Dus toen heb ik hem wat brood en een schaaltje melk gegeven. Daarna is hij achter me aan gaan lopen’.

Erik lijkt ook iemand achter zich aan te hebben, maar dat is vooral te merken aan de pijlen die soms uit het niets om z’n hoofd vliegen. Erik lijkt zich er niet druk om te maken. ‘Oh, dat is Cato maar.’ legt hij uit. ‘Die houdt me scherp.’

Esmeralda wordt meegenomen door Elaine en blijkt een barvrouw te zijn uit Berenholm, waar Elaine haar training en bezinning uitvoert in de tempel van goedheid en gerechtigheid. Esmeralda is met een boodschap naar Elaine gestuurd en is nu haar kennis over bier aan het bijschaven. Het contact met Winwin is hierbij goud waard.

Op een andere avond introduceert Gaucelm Finn Zonderland. Finn heeft een wat merkwaardige uitrusting, die vooral bestaat uit heel veel wapentuig. Overal steken wel wapens uit, wat het soms gevaarlijk maakt om bij hem in de buurt te staan. Finn probeert zich te verdiepen in de vechtkunst, zo vertelt Gaucelm ons. En hoe kun je dat beter doen dan te luisteren naar prachtige verhalen over grootste gevechten, of misschien zelfs in zo’n gevecht betrokken te raken. Daarom is Finn op zoek gegaan naar een bard extraordinaire, oftewel Gaucelm.

In de smidse is ook vaak een verre neef van Draco’s voormalige meester te vinden, Loni Deepdelver. Het zwarte schaap van de familie, althans van de nog levende familie. Met de overleden familie lijkt hij wel een zeer goede band te hebben. Hij is tijdelijk onder de hoede van Robert Leermaker, maar hij lijkt geen enkele interesse te hebben in het smeden van wapens of armor. Hij heeft meer interesse in erop uit trekken, weg van de bewoonde wereld. Daarom heeft Robert aan Draco gevraagd om als laatste teken van dankbaarheid zich een tijd te ontfermen over Loni.

De grootste verrassing komt echter van Bartholomeus, die plotseling zijn vrouw Belinda introduceert. Het is al een verrassing dat een militair man die vaak op pad is zoals Bartholomeus een vrouw heeft, maar dat die zich plotseling bij Bartholomeus heeft gevoegd hier in Kattegat is een nog veel grotere schok.

Op een van de avonden dat toevallig iedereen er is, komt het gesprek op de missie waarmee we vanuit de hoofdstad op pad zijn gestuurd. Boodschappers van de koning zijn weliswaar op pad gestuurd om de diplomatieke hand uit te steken, maar ondertussen lijkt het verstandig als ook vanuit ons een bericht verstuurd wordt. Omdat we zelf nog wel een tijdje zoet zijn in Kattegat, komt het idee opborrelen dat we onze introducees misschien wel op pad kunnen sturen. Iedereen is hier voor, dus een paar dagen later is het zo ver. Belinda, Esmeralda, Bob, Loni, Finn en Cato worden uitgerust en op weg gestuurd naar de hoofdstad om verslag uit te brengen. Wij zullen ze zo spoedig mogelijk volgen.

Kampvuur
Na een paar dagen op pad te zijn, slaat de groep zijn kamp op aan de rand van een bos. Loni maakt een kampvuur, waarop Belinda worstjes begint te roosteren, met advies van Loni’s betovergrootmoeder. Finn vertelt ondertussen verhalen over veldslagen waar hij over heeft gehoord, terwijl Esmeralda cocktails aan het mengen is. Als iedereen genoeg gegeten heeft, trekt iedereen zich terug in zijn eigen tent.

Midden in de nacht hoort Loni plotseling een gek geluid uit het bos komen. Hij opent zijn tent en ziet Finn in de opening van zijn tent zitten met zijn neus in de lucht. Ze kijken elkaar aan, halen de schouders op en lopen in de richting van het bos. ‘Het lijken wel belletjes’ merkt Loni op. ‘Het lijkt wel ozon’, antwoordt Finn.

Belinda hoort Finn en Loni praten en kijkt uit haar tentopening. Nog net ziet ze die twee verdwijnen in het bos. ‘Wat zijn die nou weer van plan?’ vraagt ze zichzelf af. ‘Bob, Esmeralda, Cato, lopen jullie mee? De anderen zijn het bos in verdwenen.’

Loni en Finn zijn ondertussen aangekomen bij een grote open plek in het bos. Finn struikelt bijna over een grote steen, die aan de rand begraven lijkt. Er zijn nog meer van dat soort stenen te zien, maar het is onduidelijk of ze een diepere betekenis hebben. Loni begint langs de rand van de cirkel te sluipen en fluistert naar Finn: ‘Oudoudoudtante vertelt me dat dit een bijzondere, bijna heilige plek is…’