maandag, november 30, 2015

Dungeon & Dragons Sessie Oktober 2015

Plan A

Het besef van geluk zit ons goed in het lijf, we rennen naar de markt om te overleggen wat onze volgende stappen zijn. Om ons heen wordt de sfeer steeds grimmiger. Groepen dwergen lopen bewust om ons heen, marktkoopmannen sluiten hun kramen en timmeren hun ramen en deuren dicht. Soms drijft er een zwarte rookwalm langs en het stinkt naar vuur en pek. Bartholomeus en ik zien dat er steeds meer dwergen pantser dragen en de wapens open en bloot aan hun riemen hebben hangen of uitdagend in hun handen dragen. Het lijkt alsof sommige dwergen ons mogen en andere niet. Draco en ik beredeneren dat er wel eens een revolutie uitgevochten zou kunnen worden en de dwergenkoning afgezet. 

Winwin (Winston) lijkt het allemaal niet te deren en stopt kwartjes in Martin zodat deze kennis blijft spuwen. Ondertussen stopt de rest van ons de hoofden bij elkaar; we hebben een plan nodig. We moeten in ieder geval iemand vinden die ons goed gezind is zodat we op de hogere niveaus van deze dwergenenclave kunnen komen. Draco kent er in ieder geval een, en dat lijkt onze enige en beste keus. We gaan op weg naar de smidse van Draco's vroegere meester, maar eenmaal daar aangekomen is deze, net als alle andere winkels, volledig dichtgetimmerd. Potdicht. Draco bonst op de deur, maar het enige weergeluid is het rammelen van het gereedschap dat van het plafond hangt.

We ontwaren wel een koningsgezinde rune. Gelukkig is Draco's meester koningsgezind. Dat zijn wij ook naar beweringen die Gaucelm eerder geuit heeft. Om ons heen spannen groepjes dwergen samen. De sfeer wordt er bepaald niet gezelliger op. Wij staan ondertussen in vertwijfeling te bedenken wat we gaan doen. Winwin weet de weg naar boven, en wij houden het er maar op dat we de wacht bij de trap naar boven kunnen overmeesteren of om kunnen praten. En we gaan op weg. Winwin grist nog net een halfvolle bierpul mee die ergens in een hoek staat.
 

Plan B

We lopen het woongedeelte van een dwergenclan in die naar een trap van de hogergelegen niveaus leidt. Ook hier is alles dichtgetimmerd. Op een gegeven moment wordt het wel heel verdacht stil. We zien een kar links en een kar rechts op hun zij liggen. Typische hinderlaag situatie. Mijn blik glijdt omhoog en zoals ik verwacht zie ik een balustrade. We moeten de trap omhoog voorbijgelopen zijn. Ik tik Bartolomeus aan en fluister dat we terug moeten lopen. Dat doen we, al klimt Erik ongezien de balustrade op. 

Eenmaal op de balustrade hebben we prima overzicht over de situatie. De dwergen onder ons dragen werpbijlen. Erik besluit dat beneden toch de meest tactische plek is om te zijn. Draco begint weer zilverig te gloeien. Als duidelijk wordt dat we gespot zijn neemt Gaucelm zijn meest overtuigende positie aan en roept: "Wij zijn van de geheime dienst van de Koning! Geef je over dan raakt niemand gewond!" Het heeft weinig effect want er vliegen vijf werpbijlen Draco's kant op, waarvan er eentje een schram oplevert.. Eentje blijft steken in de balustrade en een raakt de muur. Draco is duidelijk niet van plan als schietschijf op de balustrade te blijven staan en springt van het balkon 20 voet naar beneden en lijkt wel naar beneden te zweven. Ik kijk om me heen en ontwaar bloempotten in de vensterbanken, ik gris er 1 en werp deze naar een dwerg. De bloempot spat uiteen op het pantser van de dwerg, deze hoonlacht en steekt zijn middelvinger naar ons uit, vlak daarna doorboort een van Martins uiterst zuiver gemikte pijlen zijn pantser en hart en stort hij ter aarde, middelvinger nog uitgestoken. 

Twee andere dwergen merken niets van de dood van hun metgezel en hebben Draco zien landen, ze stormen op hem af. Een van Eriks shurikens zorgt er voor dat een dwerg in ieder geval niet gaat aankomen en de andere wordt door Draco's ijzige adem onderuit gehaald, met ijs in zijn baard valt hij om, hand nog opgeheven om uit te halen met zijn bijl. Gaucelm en Bartholomeus laden hun kruisbogen. Terwijl Erik weer in de schaduwen duikt merkt Winwin dat zijn pul leeg is, uit woede smijt hij hem naar een van de dwergen en gaat op zoek naar meer drank.

Paniek slaat toe onder de dwergen. Een dwerg die geraakt werd door Winwin's pul duikt onder een kar. Een draait zich om en gaat er stilletjes vandoor, niet merkend dat Erik dicht in zijn buurt is. Een ander roept dat hij niets gedaan heeft. Om het nog even wat aan te zetten begint Gaucelm in het dwergs met: "Als je je niet overgeeft dan zullen we je eh.... inge.... eh ... " . Maar hij is niet in staat het woord "ingewanden" in het dwergs te vormen. Dit heeft daarom niet het gewenste effect, tot groot chagrijn van de anders zo vlotte babbelaar. Draco daarentegen brengt een paar gegronde en oorverdovende dwergenvloeken ter ore terwijl zijn drakenaura duidelijk overkomt. Dit zorgt er voor dat een dwerg jammerend ter aarde stort en een zich in het dwergs overgeeft. Een ander is echter te druk met zijn wonden. Om het gevecht af te ronden geeft Erik de ontsnappende dwerg nog eens een welgeplaatste nekslag en zorgt ervoor dat deze verklikker geen verder alarm kan slaan.

We begeven ons naar beneden (Winwin door van de balustrade te springen zonder een schrammetje). Ondertussen vertaal ik nog even wat er in het dwergs gezegd werd zodat Bartholomeus niets hoeft te missen. Eenmaal beneden onderzoeken we wat de reden is van de aanval, maar we vinden weinig uit, behalve dan dat de heren dwerg van de kolenmijners clan zijn. Winwin vindt een lege bierkskin en trekt een verdrietig hoofd.

De weg naar boven

We lopen een stukje verder nog steeds van plan de wacht om te praten of uit te schakelen. Maar na enkele meters zien we Draco's meester uit een deur naar buiten komen, hij wenkt Draco en dus ook ons. We gaan naar binnen en komen in een kamer waar een grimmige sfeer hangt en dwergen in een kring een fles delen om zich moed in te drinken. Dit wordt natuurlijk direct door Winwin opgemerkt en hij sluit aan in de rij, een plek opschuivend als het hem niet snel genoeg gaat. Volgens Draco's meester (naam?) zijn de clanlozen een machtsstrijd naar boven begonnen. Als Draco vervolgens uitlegt dat de Clanlozen voor een kwaadaardige draak werken stoppen de dwergen geschokt met het delen van hun drankfles.

Draco's meester heeft een plan. Hij en de andere aanwezige dwergen zullen voor een afleiding zorgen zodat wij ons omhoog kunnen begeven via de hoofdtrap. Daarna zullen zij omhoog gaan via sluipwegen en ons helpen in de strijd tegen de kwaardaardige draken, hun discipelen en de clanlozen. Om iedereen moed in te zingen start Gaucelm een dwergs strijdlied. Vervolgens maakt iedereen zich klaar. 

De dwergen vegen als een vechtmuur, schilden vooruit Ugroshes met de punt eruit stekend, de weg door de steeg naar de trap vrij van wat ons ook maar tegen kan houden. Bij de ingang van de weg naar boven is echter een enorm gevecht aan de gang. Om de vierkante poort te bereiken moeten we door het tumult heen. Erik en Martin bewegen zich zonder moeite superbehendig tussen de neervallende bijlen en beukende vuisten en schilden heen. Gaucelm vraagt aan Winwin hoe het toch komt dat hij zo gemakkelijk in balans blijft tijdens vallen en ontwijken van dingen, en leert derhalve hoe ook hij zich zonder schade door de menigte kan bewegen. Draco lijkt onbewogen en loopt er dwars doorheen, ondertussen een dwerg van zijn enkel afschuddend. Ik focus me; richt me op de training die ik heb ontvangen en weer zoveel mogelijk ongerichte maar heftige slagen af. Dat lukt gedeeltelijk maar ik houdt er toch een zere zij en schouder aan over. Thuis maar weer wat beter trainen. Als we omkijken zien we dat de menigte uitwijkt voor onze onverschrokken leider Bartholomeus. Ons doel is bereikt we zijn allemaal bij de trap aangekomen. 

De man in de schaduw

De trap is breed en loopt in ruime spiraal omhoog. Langs de zijkant staan robuuste standbeelden. Tussen de tweede en derde verdieping is de trap geblokkeerd door een hoge berg puin en troep. Aan onze kant van de barricade staan koningsgezinde wachters, die blij zijn met onze hulp. Aan de andere kant staat een hele troep boze clanloze dwergen. De barricade is dubbel, we zullen er overheen moeten klimmen om bij de vijand te komen en de vijand heeft voordeel doordat ze van bovenaf vechten. Erik is al snel uit zicht; hij heeft een van de muren langs de trap beklommen. Gaucelm (heldhaftig maar niet zo slim) beklimt de eerste barricade en roept: "Stop met vechten, jullie werken samen met een kwaadaardige draak!" Waarop een werpbijl uit de menigte richting Gaucelm vliegt en hem vol in zijn torso raakt. Geschokt en hevig bloedend valt hij van de barricade. Ik duik naar hem toe, ruk de bijl eruit terwijl ik stevig de wond dicht druk en prevel een gebedje. Het bloeden stopt en begint langzaam te helen. Ik schud mijn hoofd en zeg: "het is niet echt je dag he, Gaucelm?" Verder maak ik een mentale notitie dat ik Gaucelm uit moet leggen dat het niet uitzonderlijk is voor dwergen om met draken samen te werken. 

Gaucelm herpakt zich snel en werkt met Draco samen om een illusie van een grote zilveren draak achter de clanlozen en hun draken shamaan te projecteren. Verder spreken Bartelomeus, Draco en ik af dat we ons in een kleine muur naar voren zullen bewegen. De draak verschijnt en maakt een enorm kabaal. Martin is ontzettend onder de indruk en roept "Woooaa!" . Draco roept nog dat de draak ons helpt, en ik stoot Martin aan en leg hem kort uit wat het geval is.

De draak veroorzaakt wat verwarring in het kamp aan de overkant. Als Draco, Bartholomeus en ik ons naar voren bewegen gaat Winwin snel eerst over de barricade en wordt bekogeld met een hele lading bijlen. Wonderbaarlijk genoeg komt hij er ook nog redelijk ongeschaad vanaf. Ook verschijnt nu ons tweede doel; de draken shamaan. Het is een vrij grote dwerg, maar wat nog meer opvalt is zijn tweehandige bijl met een curieus en kwaadaardig uitziend blad. We staan midden in zijn vuurlinie, hij ademt eens diep en spuugt een grote straal zuur over ons heen. Draco en ik kunnen nog net opzij stappen en worden slechts deels geraakt, maar Bartholomeus krijgt de volle lading over zijn anders zo perfect uitziende pantser heen.

Terwijl meer dwergen de barricade boven ons bestijgen ziet Winwin een kans om een feestje te beginnen en biedt de dwerg het dichtst bij hem een biertje aan. Deze weet even niet wat hem overkomt; maar neemt uiteindelijk het biertje aan. Al snel echter wordt hij door pijlen van Martin uitgeschakeld. Waarna Winwin verder babbelt en drinkt met de volgende dwerg. Bartholomeus en de drakenshamaan zijn in heftig gevecht, Draco spuugt zijn ijzige adem over de shamaan en al die dicht bij hem in de buurt staan en ik ga het gevecht aan met een andere dwerg.

Waar niemand anders echter op let is dat Erik succesvol de muur naast de trap beklommen heeft en met al zijn kracht een van de enorme standbeelden heen en weer aan het wiebelen is teneinde het te laten vallen. Dit lukt hem en onder het standbeeld wordt een dwerg geplet. Een andere dwerg trekt deze dwerg er onderuit waarna het standbeeld de trap af begint te rollen en de clanloze dwergen in paniek er tegen moeten duwen om zelf niet geplet te worden. 

Op naar de climax...

Met vereende krachten en onder leiding van Bartholomeus verslaan we de shamaan. Draco rukt het amulet van de nek van de shamaan. Als de shamaan dood is, besluit Gaucelm al zijn charmes op een van de andere dwergen op de barricade in te zetten, die zijn wapens neerlegt. Hierna besluit de rest van de clanlozen het ook op te geven.
Ons wordt door de wachters gemaand haastig voort te maken. We rennen dan ook naar de derde verdieping waar her en der de lichamen van verslagen wachters op de vloer liggen en aangeven hoe ernstig de situatie is. luid gebrul wijst ons de juiste weg. Erik komt als eerste bij de deur van de troonzaal aan en opent deze een klein beetje. 

Binnen is het een grote ravage; twee draken, zilver en groen, zijn in hevig gevecht waarbij de zilveren draak het onderspit dreigt te delven. Achter in de troonzaal staan drie, door zuur aangevreten, wachters de koning en drie kisten te bewaken. Het dichts bij de deur staan vier drakenpriesters te prevelen. Uiteindelijk moeten we toch allemaal door de deur en vallen we de vier priesters aan.....

vrijdag, juli 03, 2015

Dungeons en Dragons sessie begin 2015

Handel

Aangekomen in K'tha'Khat (kattegat) gaan we eerst eens even wat van onze last verlichten. Dus we vervolgen onze weg dieper Kattegat in.  De berg lijkt op een soort aambeeld, de bovenste laag helt dreigend over ons heen. Als we door de poort van de onderste laag lopen zijn we in een werkelijke dwergenstad beland. Maar zo te zien moeten ze niet heel veel van ons hebben, verscheidene winkels sluiten hun deuren. Maar Gaucelm laat echter zijn enthousiasme niet temperen en gaat met vier van onze dwarven ugroshes, vier scrolls en een paar juwelen op stap, hij krijgt ze verkocht en slaagt er ook nog eens in om een gluiperigheidsdrankje te kopen (potion of glibness). 

Voor de rest staan we er maar een beetje bij. Martin afwachtend  op de bevelen van Bartelomeus, Draco nog zichtbaar afgeleid door de ontmoeting met zijn vroegere meester Robert Leermaker. Behalve Erik, die lijkt weer eens nergens te bekennen. Maar we weten inmiddels beter (hij heeft de zijsteegjes bekeken en geconcludeerd dat die onvriendelijker zijn dan de redelijk verlichte hoofdstraat). Op een gegeven moment horen we ergens een schreeuw vandaan komen, ik tik Bartelomeus aan en zeg dat ik eens ga kijken of ik kan helpen. Niet dat we hier de wet bepalen, maar nood breekt wet als er iemand in nood is.
 

Steegjesruzie 

Al snel komen we in een ontzettend donker steegje aan waar we van om de hoek een dwerg tegen de muur aangesmeten zien worden. Ik check of ik wat voor hem kan doen, maar hij ligt wel goed zo en wordt op het moment niet aangevallen. Om het hoekje staat een zwerver die door een dwerg vastgehouden wordt terwijl twee anderen hem in elkaar proberen te trappen. Draco en ik roepen beide dat het nu wel welletjes is in ons beste dwergs. Dat haalt blijkbaar weinig uit, of Bartelomeus heeft er weinig geduld mee en hij buldert in het common dat als er nog iemand is die de zwerver een trap durft te geven dat ze met hem te maken krijgen. Ook al verstaan de dwergen er geen snars van, het maakt indruk op in ieder geval twee dwergen die er als een haas vandoor gaan.

De dwerg die de zwerver vast heeft laat het koud. Gaucelm probeert nog wat commoner goodcop, maar de dwerg zet een wurgactie in. Dit mislukt echter totaal; de zwerver rukt zich los, draait zich om en steekt zijn middelvinger uit naar de dwerg. Van dat moment maakt Draco gebruik om de dwerg in een houdgreep te krijgen (deze probeert hem nog te ellebogen maar stoot slechts zijn telefoonbotje tegen Draco’s pantser). Gaucelm leidt ondertussen de zwerver af, die beteuterd naar zijn lege mok kijkt.

Beide Bartelomeus en Gaucelm proberen te zwerver te ontfutselen wat er hier in godsnaam aan de hand was. Maar uiteindelijk lukt het Draco om de dwerg, die inmiddels met een knie in zijn rug op de grond ligt en bijna om zijn moeder begint te roepen, uit te vinden wat nu eigenlijk het probleem is. De dwerg legt uit dat de zwerver zijn clan heeft beledigd, en hij begint om de wacht te roepen. Draco laat op hardhandige wijze weten dat dat niet de bedoeling is.

Terwijl Martin (op enthousiast boenende wijze) en ik de bewusteloze dwerg een beetje verzorgen is Erik op wacht gaan staan. Hij heeft al een keer geroepen dat de wacht er aan komt. Draco laat de dwerg uit de houdgreep en stuurt hem weg. Om te voorkomen dat we zelf opgepakt worden besluiten we zelf de wacht er maar bij te roepen. Ondertussen leest Bartelomeus de zwerver de les, en wordt vervolgens uitgemaakt voor ex-wijf en zoon van de zwerver, die vervolgens vrolijk verkondigt dat we met z’n allen naar de kroeg gaan en dat Gaucelm wel zal betalen.

Mensenclan

Als de wacht  er eenmaal is en begrijpt wat er aan de hand is, raken ze in een verhitte discussie. Er is er eentje die me kan uitleggen wat er aan de hand is. Hij legt uit dat het op een nette manier kan: we gaan met z’n allen een nacht de cel in (de wet van de Lage Koning). Of wij rekenen af met het mens dat blijkbaar bij onze “mensenclan” hoort (en niemand zijn clan-eer raakt aangetast). Omdat het niet echt een optie is om een nacht in de cel te zitten vanwege de naderende drakendreiging besluiten we de dronken zwerver mee te nemen. Martin heeft ondertussen allerlei theorieĆ«n om de zwerver te temmen en vergelijkt hem met een zwerfhond, riem erbij en al. Alleen de zwerver is iets te sterk voor hem, en wil hem rechtstreeks naar de kroeg slepen. Gelukkig is daar Bartelomeus met z'n spierballen, en de zwerver wordt op z'n plaats gezet. We discussiĆ«ren wat over het nut van de man, naar mijn inziens kan hij ons alleen maar last opleveren, maar hij blijkt toch het een en ander van de stad en de dwergen in Kattegat te weten en dus nemen we 'm mee. Hij blijkt Winston te heten, en om hem tevreden te houden biedt Erik zijn eigengestookte sterke versie van sake aan.

Commons van de clanlozen

Het grote amulet van de groene draak die Draco om zijn nek heeft hangen wijst ons naar de commons van de clanloze dwergen. Het blijkt dat we ze al ontmoet hebben, blijkbaar had Winston ze beledigd. Hun clan-teken is een cirkel. Terwijl we de wijk binnen lopen worden wederom kinderen van straat gehaald en deuren en raamluiken gesloten, het is muisstil op de met vuil bestrooide straat en er hangt een onwelkome dreigende sfeer. Winston legt uit dat de clan-lozen de meest chauvinistische dwergen zijn en heel weinig van buitenstaanders (mensen, elven, etc.) moeten hebben. Wel even een verschil met Berenholm, waar mensen juist blij met me zijn en kinderen soms meerijden op Eridis; zo erg kunnen we toch niet zijn? Het amulet leidt ons naar de deur van het clan-huis. Het is een dikke, stevige, eikenhouten deur met een luik op borsthoogte en een grote cirkel in het midden. Draco bonkt op de deur en eist toegang.

Draken, dwergen, drakendwergen?

We horen voetstappen, het luikje schuift open en er tuurt een dwerg naar buiten. Waarschijnlijk ziet  hij 6 (excl. Erik) bepantserde borstplaten. Draco beveelt de dwerg om open te doen, maar hij scheldt dat hij niets met smerige half-elven te maken wil hebben en we horen de voetstappen als de dwerg weer naar binnen loopt. Wat volgt is een scheldkannonade tussen Draco en de dwerg, die ik vervolgens vertaal voor Bartelomeus.  Als de dwerg na een laatste scheldpartij weer naar binnen loopt opent Erik op verzoek van Draco op illegale manier de deur. Als Draco en Erik binnen stappen en de dwerg zich vol verbazing omdraait geeft Draco hem de volle ijzige laag van zijn breath weapon, Erik geeft hem vervolgens een tactisch geplaatste tik op zijn hoofd en de dwerg gaat neer. We doorzoeken zijn zakken en vinden een sleutel. Om te voorkomen dat hij er vandoor gaat rollen we hem in het tapijt dat op de vloer van de welkomstkamer ligt en binden er een touw omheen. Puur bij toeval zien we dat er onder het tapijt een plaat ligt, met daarin een sleutelgat. We proberen de sleutel in het sleutelgat en vervolgens dooft de haard en verdwijnt onder de grond. Naast de twee gangen links en rechts gaat er nu voor ons ook een gang open. Een koude wind waait in ons gezicht en naargeestige rillingen lopen over mijn rug. Wat er zich ook voor ons bevindt, het voorspelt weinig goeds.

Met wapen getrokken gaan we naar binnen. Het blijkt een drakenaltaar, en her en der verspreid over de kamer bevinden zich offerandes. Er bevinden zich symbolen in de vloer om een altaar heen waarop zich een zwart kistje bevindt. Martin is gefascineerd door een uit dieren, mensachtige, en andere botten samengesteld drakenskelet dat met touwen aan het plafond bevestigd hangt en als een teken van naderend onheil ons aan staart. Martin weet binnen een enkele minuut toch zeker de helft van de botten te herkennen. Niemand wil zich wagen aan het kleine zwarte doosje wat op het altaar staat. Uiteindelijk weet Martin zich los te rukken van zijn fascinatie van het samengestelde drakenskelet en leent een lockpick van Erik om het zwarte doosje open te maken, het doosje giechelt en charmeert zo Martin, die hem niet open krijgt maar zich toch over het doosje ontfermt. Erik kijkt een beetje beteutert naar de lockpick die hij terug krijgt. Dan merkt Draco dat ons target zich naar beneden begeeft. We keren terug naar de welkomstkamer om hem te ontmoeten.

De meester

Zonder enige twijfel bluft Draco dat hij de meester is en vraagt om een rapportage over de voortgang van de missie. Hij houdt zijn gezicht strak als de dwerg die ons doel is beweert dat hij gisteren nog contact heeft gehad met de meester gisteren, en hem vraagt of het wel goed met hem gaat. Als Draco nogmaals om rapport vraagt, stuurt de shaman zijn bodyguards weg. Draco haalt de drakendwerg over om mee te gaan naar het drakenaltaar, deze zet een aantal stappen vooruit maar dan valt zijn oog op het opgerolde tapijt met daarin de vorm van een dwerg herkenbaar. Iedereen trekt zijn wapens. Er komt een enorm brulgeluid uit de dwerg en een straal zuur raakt een ieder die in de vuurlinie staat (Gaucelm, Martin, Erik). Gelukkig zijn Martin en Erik scherp en voordat we het weten ligt de drakendiscipeldwerg op de grond; Eriks vuisten bewogen sneller dan het licht en Martin is er met een salto naar toe gesprongen, geland en heeft toen een goed gerichte pijl afgeschoten. Draco wacht de terugsnellende bodyguards op met zijn ijzige adem en voordat we het weten zijn we verder aan het knokken met de bodyguards. Dit duurt opmerkelijk genoeg iets langer. Gaucelm speelt zijn deuntje wat erg welkom is en bluft een van de bodyguards af door in de stem van de shaman te roepen dat er nog gevaar achter de bodyguards dreigt. Erik beweert dat de laatste bodyguard een fles bier bij zich heeft, wat er voor zorgt dat Winston op de guard duikt terwijl hij tot dan nog kotsend van de sake in de deuropening van het clanhuis heeft gestaan.

Als we denken dat het voorbij is, kunnen we het corresponderende amulet niet vinden op het dode lichaam van de dwergendrakendiscipel. Alle deuren in de kamer sluiten zich hermetisch, Gaucelm en Martin proberen de deur naar het drakenaltaar nog open te krijgen maar de sleutel wil niet draaien in het sleutelgat. De dode dwergendrakendiscipel begint te zweven en een telekinetische energie hangt in de kamer. Ik grijp de discipel bij zijn broekspijpen en Gaucelm en Bartelomeus onderzoeken de reden van het zweven onder zijn kleding. Maar dan zien we een verschijning van een jong drakenspook, met een eveneens etherisch amulet om zijn nek. Het spook slaakt een ijzingwekkende kreet, waarvan Bartolomeus, Martin en Winston compleet in paniek raken. Gelukkig kent Gaucelm ook een liedje om ze weer gerust te stellen.
Het dode lichaam van de shaman valt naar beneden. Voordat we onze wapens goed en wel in de aanslag kunnen nemen verdwijnt het spook weer. De volgende keer probeer ik hem te overtuigen met mijn familiering en mijn strengste gezichtsuitdrukking dat het op moet rotten. Maar helaas, het is niet onder de indruk. Het ziet me zelfs als een interessant lichaam om over te nemen, maar mijn mentale training betaalt zich terug. Hij verdwijnt en verschijnt steeds voordat we hem echt veel pijn kunnen doen. Maar dan doet Gaucelm iets heldhaftigs door te bluffen dat hij de grootste bedreiging is voor het spook in plaats van ik. Het spook trapt erin en probeert zich in hem te manifesteren, dat geeft ons de kans de verschijning te verslaan. De anderen hebben flink moeite om het spook te raken, hun wapens lijken gewoon door het spook heen te gaan. Gelukkig  heb ik in mijn opleiding geleerd dat de positieve energie die ik in m’n handen heb en waarmee ik soms wonden kan genezen, wezens zoals spoken juist pijn doet. Tijd om dat uit te proberen. Het blijkt te werken en verzwakt het spook behoorlijk, zodat Draco uiteindelijk het spook de genadeklap toe kan brengen.

Het spannendste moment voorbij?

Nadat het spook is verslagen, ontgrendelen de deuren en we kunnen opgelucht ademhalen, maar niet voor lang. Nadat Erik de bovenverdieping waar de administratie ligt onderzocht heeft (het blijkt dat de clan de afgelopen maanden flink is gegroeid) en Martin de lege barakken, staart ons een menigte vanaf de straat aan. En ze kijken niet vrolijk. Op klungelige wijze probeert Gaucelm nog uit te leggen dat de baas een door en door slechte drakenaanbidder was, en dat er een duister drakenaltaar in hun clanhuis ondergebracht is, maar dat laat de menigte koud. Gaucelm ziet dat zelfs zijn woordkunsten hier niet zomaar tegen opgewassen zijn, kijkt met enige spijt naar zijn gluiperigheidsdrankje en slaat het achterover. Vol zelfvertrouwen loopt hij nu op de menigte af. Hij zegt iets als: "beste bewoners van Kattegats mooiste prachtwijk, wij hebben u van een groot kwaad verlost, al uw levens zullen er door verbeteren en wij zijn jullie grootste vrienden." De menigte kijkt zeer verbaasd alsof ze het bijna geloven, en dat geeft ons de tijd om er zo snel mogelijk vandoor te gaan, met een hartslag van minstens 150. Daar zijn we met heel veel geluk goed vanaf gekomen.

Als we uit zicht zijn beginnen we te rennen. We begeven ons terug naar de markt om op adem te komen en te bedenken hoe we op de hogere niveaus gaan komen. (Hier hebben we de aanwezigheid van de andere drakendiscipels vastgesteld)