zondag, maart 13, 2016

Climax in K’tha’Khat (16 januari 2016)

Op naar de climax...
We rennen dan ook naar de derde verdieping waar her en der de lichamen van verslagen wachters op de vloer liggen en aangeven hoe ernstig de situatie is. Luid gebrul wijst ons de juiste weg. Erik komt als eerste bij de deur van de troonzaal aan en opent deze een klein beetje. 

Binnen is het een grote ravage; twee draken, zilver en groen, zijn in hevig gevecht waarbij de zilveren draak het onderspit dreigt te delven. Achter in de troonzaal staan drie, door zuur aangevreten, wachters de koning en drie kisten te bewaken. Het dichtst bij de deur staan vier drakenpriesters te prevelen. Uiteindelijk moeten we toch allemaal door de deur en vallen we de vier priesters aan.....

Zilver of groen?
De priesters gaan zo geconcentreerd op in hun ondersteuning van de groene draak, dat ze op niks anders letten. Met een paar rake klappen schakelen we snel de priesters uit, terwijl de draken in het midden van de troonzaal aan het vechten zijn.

De koning heeft ons gezien en roept ‘Vriend of vijand?’. Gaucelm antwoord snel in het Dwergs dat we vrienden zijn en als om het te bewijzen schiet Martin snel een paar pijlen in een van de achterpoten van de groene draak. Ook Erik lijkt een goede vuistslag aan de draak uit te delen, al is hij soms moeilijk te volgen. Alsof hij in het niets verdwijnt en dan plotseling ergens anders weer opduikt.

Elaine en Draco zijn iets voorzichtiger en storten zich niet direct in de kluwen van vechtende draken, waarin voor onze ogen de zilveren draak nog een paar flinke wonden oploopt. Gelukkig weet ze wel flink van zich af te bijten. Een langzame benadering is dus veiliger en Winwin ondervindt dat aan den lijve, want hoewel hij met zijn magische Kroes wel een klap uitdeelt, krijgt hij tegelijk ook een flinke haal van een van de klauwen van de groende draak.

Ook Bartholomeus kiest voor de voorzichtige benadering en waarschuwt daarbij iedereen om niet teveel in een kluitje te gaan staan. Gaucelm is al helemaal niet van plan om zich in het geweld te mengen. Hij begint wel een inspirerend liedje te zingen, maar rent langs de draken richting de gordijnen die aan de zijkant van de troonzaal hangen. Met een grote snoekduik verdwijnt hij achter het gordijn. Luid gerinkel en een hardgrondig ‘Auw’ klinken vanachter het gordijn, al weet onze bard die Auw dan wel weer mooi in z’n lied te verwerken. De dwergenkoning kijkt echter wel erg bedenkelijk.

De langzame benadering heeft duidelijk zin voor Elaine. Ondanks de wirwar ziet ze een aanvalsmogelijkheid. ‘Zowaar het goede en het rechtvaardige zegenviert, vandaag komt er een einde aan je kwade daden!’ roept ze uit, terwijl ze haar zwaard diep in de onderbuik van de groene draak drijft.

De zilveren draak maakt gebruik van de afleiding en gesterkt door de nabijheid van Draco en zijn aura stort ze zich nog eenmaal vol overgave op de groene draak. Haar aanval treft doel, maar de rollebollende draken werpen wel Elaine, Erik en Winwin omver. Misschien is dat wel een geluk bij een ongeluk, want de groen draak antwoord met een grote golf zuur. Het zuur gaat grotendeels over Elaine, Erik en Winwin heen, maar de zilveren draak wordt vol geraakt en stort ter aarde. Achter haar wordt ook de koning met zijn wachters geraakt, waardoor ook twee van de drie wachters neergaan.

Paniek
Met het vallen van de zilveren draak daalt een wolk van paniek neer in de troonzaal. ‘Neeeeee…’ klinkt een ijzige gil uit Draco’s mond, terwijl hij naar de zilveren draak rent. Dat hij onderweg nog een uithaal van de groene draak om z’n oren krijgt maakt hem daarbij niet uit. Martin wordt bevangen door een ander soort paniek, want hij had zich eigenlijk nog nooit zo gerealiseerd wat een ontzagwekkend verschijnsel zo’n draak is. Hij bibbert ervan en dat is duidelijk niet goed voor zijn scherpte. Zijn pijlen raken alle delen van de troonzaal, maar komen niet meer in de buurt van de groene draak.

De anderen moeten ook een paar keer goed slikken, maar vermannen/vervrouwen zich. Toch lijken ook Erik en vooral Bartholomeus aangeslagen, want hoewel Erik wel naar de groene draak toe kruipt en Bartholomeus zelfs een charge uitvoert, leiden hun aanvallen tot niets. Winwin ziet het vanaf de grond met lede ogen aan en besluit maar even rustig op te staan en een rustmomentje te nemen om zichzelf moed in te drinken. Elaine laat zien hoe het wel moet. Liggend op de grond maakt ze een katachtige draai, rolt naar de poten van de draak toe en roept opnieuw rechtvaaridgheid en goedheid aan. Ook deze keer vindt haar zwaard een weg tussen de schubben van de draak door en boort zich deze keer diep in een dijbeen.

Ondertussen is Gaucelm ook opgestaan na zijn snoekduik en kijkt hij eens goed om zich heen. Hij ziet een grote hoeveelheid schatten: goud, juwelen, prachtige drinkbekers, een paar ceremoniële bijlen, teveel om op te noemen. Het ligt wel op een wat vreemde berg, bijna alsof het een bed is. Helaas ziet hij niks wat ons bij dit gevecht kan helpen, dus hij zal terug moeten vallen op zijn grootste wapen, zijn mond. Hij stopt met zingen en roept vanachter het gordijn dat de rest moed moet houden, omdat hij er bijna in geslaagd is om de koning stiekem in veiligheid te brengen. Zolang het nodig is zal hij de illusie van de koning in de troonzaal in stand houden.
Hoe geloofwaardig het ook klinkt, het haalt niet veel uit, al weet hij hiermee wel kort de aandacht van de draak te trekken. Die heeft echter andere prioriteiten en loopt over het levenloze lichaam van de zilveren draak heen richting de koning.

In het voorbijgaan weet Erik nog wel een flinke klap uit te delen. Bartholomeus probeert hetzelfde, maar raakt wederom niets. Nou ja, niets. Bartholomeus raakt wel degelijk iets, maar helaas is het zijn eigen grote teen.

De enig overgebleven wachter klimt op zijn overleden collega en trotseert de blik van de draak. Achter hem begint de koning ineens te zingen, en hoe! Zijn lied is nog veel inspirerender dan Gaucelm’s liederen. Zelfs degenen die geen Dwergs verstaan worden erdoor gemotiveerd. De draak laat zich echter door niemand in de weg staan en sluit met een grote hap de wachter in zijn mond. Hij heeft zelfs nog tijd om naar de aanstormende Winwin uit te halen, die daardoor met zijn bierpul alleen langs het pantser van de draak schampt.

How to miss a dragon
Draco kan het bijna niet geloven, maar de zilveren draak is echt dood. Ongeloof zet zich om in verdriet, gevolgd door een niets ontziende woede. ‘Jij $#@%& groen $#%^&$ monster’, schreeuwt hij uit. Hij stormt op de draak af, maar in alle woede mist hij precisie en zijn slag mist de draak volledig. Bartholomeus hinkt hem achterna, maar de pijn in zijn teen leidt hem nog teveel af, waardoor zijn slag afketst op het pantser van de draak. Erik en Elaine staan beiden op van de grond en begeven zich richting de strijd. Martin rent nog steeds rond om in alle richtingen behalve de goede zijn pijlen af te vuren. Het ziet er niet heel goed uit.

Gaucelm besluit dat het tijd wordt om het over een andere boeg te gooien. We hebben ons vaker succesvol als drakenmeester voorgedaan, dus waarom zou deze keer anders gaan? Hij denkt nog eens goed terug aan de draak die we in de oude Holm verslagen hebben, past zijn stem aan en roept in zijn beste Draaks: ‘Laat die dwerg los en stop met dit gevecht. Ik beveel het!’.

De draak kijkt om naar het gordijn en slikt met zichtbaar genoegen de dwerg door. De koning maakt gebruik van de afleiding en ineens staan er vijf koningen. De draak besluit ze allemaal aan te vallen en binnen een mum van tijd staat er nog maar één aangeslagen koning.

Dit is het teken voor iedereen om zich nogmaals op de draak te storten, maar veel beter wordt het niet. Winwin, Elaine en Draco weten weer alleen de schubben van de draak te raken zonder hem ook maar enigszins pijn te doen. Erik verdwijnt weer in het niets, maar lijkt in elk geval de draak niet te verontrusten.

Gaucelm probeert het nog eenmaal en beweert dat zijn stem misschien wat anders is dan normaal omdat hij zich in mensengedaante bevindt, maar dat hij toch echt de meester is en dat de draak zijn bevelen op moet volgen. De groene draak wordt er echter niet meer door afgeleid.

Martin heeft genoeg van alle missers en bedenkt in z’n eentje een ander plan. Achter de koning heeft hij een kist zien staan, met daarin iets wat lijkt op eieren. Eieren met een zilveren gloed. Misschien is die groene draak wel helemaal niet geïnteresseerd in de koning, maar probeert hij bij de eieren te komen. Dus die eieren moeten daar weg! En snel ook!
Als er iets is dat Martin goed kan, (naast schieten en verhalen vertellen), dan is het wel rennen, dus dat doet hij. Hij rent naar de kist, gooit het deksel dicht, bibbert nog steeds teveel om de kist goed af te sluiten, heeft daar bovendien geen tijd voor en rent dus met klepperende kist verder. Gelukkig zijn de eieren zwaar genoeg, waardoor ze niet makkelijk uit de kist vallen. Zodra Martin achter de koning vandaan is trekt hij ook nog zijn zwaard erbij en roept ‘Jongens, ik heb ze, ik heb ze, ik breng ze in veiligheid!’.

How to hit a dragon
Bartholomeus ziet de waanzin om zich heen, ziet de koning verontrust kijken naar afwisselend de grote groene draak tegenover hem en de rennende Martin met de klepperende kist met eieren aan de zijkant van de troonzaal. ‘Nu is het afgelopen. Volg mijn voorbeeld!’ roept hij naar de anderen. Hij concentreert zich en dient dan de draak een zware slag toe.

De koning ziet Bartholomeus’ actie, ziet hoe de anderen ineens nieuwe inspiratie lijken te krijgen en besluit dat hij ondanks hun vreemde acties in de schatkamer en bij de eieren toch maar op dit stel niet-dwergen moet vertrouwen. Hij zingt een ander lied en plotseling voelt iedereen zich razendsnel.
De draak kan de acties van Bartholomeus en de koning niet waarderen en valt iedereen tegelijkertijd aan. De koning wordt in de grote bek van het beest genomen. Met zijn klauwen raakt hij Winwin en Bartholomeus, zijn vleugels raken Elaine en Erik en met zijn staart haalt hij uit naar Draco, die als enige op tijd weet te bukken.

Geïnspireerd door Bartholmeus en opgezweept door het gezang van de koning dat nog nagalmt in de troonzaal, vallen Winwin, Erik en Draco tegelijk aan. Winwin geeft de draak een keiharde oplawaai met zijn pul, Erik geeft een onderhandse buikslag, Draco gooit al zijn woede in een uithaal van achteren. Alle drie raken de draak hard, maar het is nog niet genoeg. Het is aan Bartholomeus om de genadeklap uit te delen en die taak is hem op het lijf geschreven. Met een ferme zwaai haalt hij uit en treft de draak maar liefst tweemaal. De laatste stoot gaat recht de borstkas in en met een laatste schreeuw zakt de draak door zijn poten. Het monster is verslagen en uit zijn bek rolt de zwaar gehavende koning.

Daar zijn de hulptroepen
Elaine is als eerste bij de koning en steekt hem de helende hand toe, die met dank wordt geaccepteerd. Draco viert nog een tijdlang zijn woede bot op het lichaam van de groene draak, totdat Bartholomeus hem komt kalmeren. Het helpt dat Martin terugkomt met de kist met eieren, dit geeft Draco voldoende afleiding en hij maakt een eerbiedige buiging. Ook de koning wordt duidelijk gerustgesteld door het terugbrengen van de eieren.

Plotseling komt door de deur ook Draco’s leermeester aan, samen met zijn koningsgezinde partners. Ze brengen verslag uit over de situatie in de stad, die nu weer redelijk onder controle lijkt te zijn. Verwonderd maakt hij samen met Draco een rondgang om het lichaam van de groene draak en prijst het team voor hun moed. Samen zoeken ze een paar mooie onderdelen van het lichaam uit om te kunnen verwerken tot wapens en armor. Draco neemt ook het amulet van de draak af, waarmee het laatste amulet in Kattegat gevonden is.

Ineens klinkt ook van buiten een luid geraas en de balkondeuren slaan open. Het blijkt geen simpel balkon te zijn wat er aan de troonzaal vastzit, maar een complete landingsbaan. Voor draken! Een grote zilveren draak is zojuist geland en komt naar binnen stormen. Een huiveringwekkende kreet klinkt uit zijn keel, als hij zijn overleden vrouw ziet liggen. Hij vleit zich naast haar neer en begint haar zacht kopjes te geven.
Van zijn rug springt een ons bekende dwerg, de wachtkapitein die ons van de wachttoren naar Kattegat heeft begeleid. Hij heeft flinke wonden en een blauw oog, maar dat lijkt hem niet te deren. Hij loopt op de koning af, knielt, en begint verslag uit te brengen. Aan de rand van het koninkrijk is een aanval geweest van jonge groene draken. Het lijkt erop dat deze draken op zoek zijn naar een plek om te nestelen en dat het dwergenland ze hier erg geschikt voor lijkt. Met name Kattegat zou een prachtig nest zijn volgens de groene draken. De wachters hebben uitstekend strijd geleverd en hebben de jonge draken verslagen. Achteraf gezien was het duidelijk een afleidingsmanoeuvre, want hierdoor ontbraken de kapitein en de grote zilveren draak in de troonzaal. Het is aan onze hulp te danken dat het voor de dwergen goed is afgelopen, al is het verlies van de zilveren draak groot.

Gunst van de koning
De koning bedankt de wachtkapitein en roept ons naar voren. ‘Jullie hebben de dank van de inwoners van Kattegat en van haar koning. Morgen zal er een ceremonie plaatsvinden om jullie te bedanken voor jullie hulp. Jullie zullen een medaille ontvangen voor bewezen diensten, de zilveren K’tha’Khat’se drakenpenning. Daarnaast mogen jullie mij allemaal om een gunst vragen. Wat is jullie wens?’

Als leider van ons team stapt Bartholomeus als eerste naar voren. ‘Als teken van goede wil van de mensen naar de dwergen, zijn we naar de Oude Holm gestuurd om deze weer bewoonbaar te maken. Nu hebben we u zelfs hier in K’tha’Khat kunnen helpen in de strijd tegen een kwaad dat de onenigheid tussen mensen en dwergen ver overstijgt. Als wederdienst zou ik u willen vragen om met de leiders van de menselijke landen in overleg te treden, de diplomatieke banden aan te halen en zo onze geschillen te slechten.’
De koning kijkt serieus naar Bartholomeus en antwoordt: ‘Uw zaak is nobel. Het zal geschieden. Ik verzoek u om de komende weken aan het hof te blijven, zodat u mij kunt instrueren over de stand van zaken in de menselijke landen.’

Als tweede komt Gaucelm naar voren. ‘Oh eerbiedwaardige koning, leider der dwergen, vriend van draken, inspirator en orator, ik vraag slechts om een kleine gunst. Ik heb een gering informatienetwerk en dit zou ik graag uit willen breiden. Kunt u mij in contact brengen met de dwerg die in K’tha’Khat en de omliggende landen verantwoordelijk is voor uw informatievoorziening?’
De koning kijkt lang en doordringend naar Gaucelm, maar deze kijkt ongedwongen terug. Uiteindelijk knikt de koning naar de wachtkapitein die naast hem staat. Deze knikt terug naar de koning en vervolgens naar Gaucelm. Gaucelm knikt op zijn beurt terug naar de kapitein en maakt tenslotte een buiging naar de koning.

Enigszins afkeurend stapt Elaine naar voren. ‘Wijze koning’, begint ze. ‘De grootste gunst is niet toegang tot de kennis van nu. De grootste gunst is toegang tot de kennis van het verleden. Hoe kwam de wereld tot stand, hoe is zij geworden tot wat ze nu is. Welke wijsheden liggen er verscholen in de geschiedenis, welke vaardigheden zijn ontplooid in de zee der tijd, welke lessen kunnen we leren uit de cyclus van het leven? De gunst die ik vraag is toegang tot uw bibliotheek en de mogelijkheid om kopieën te verkrijgen van de boeken die zich daar bevinden.’
Een wijs gekozen gunst’, antwoordt de koning. ‘De komende weken zal er een verblijf in de koninklijke bibliotheek tot je beschikking worden gesteld. Dit biedt je de mogelijkheid om de boeken uit te kiezen die je gekopieerd wenst te hebben. Zolang je leeft zal je op deze manier toegang tot de bibliotheek hebben.’

Martin kan zich niet langer bedwingen en rent als volgende naar voren. ‘Koning, koning, weet u dat u prachtige draken heeft hier. Wat een mooie beesten zijn dat toch, draken. Gevaarlijk hoor, maar wel heel erg mooi. En sommige zijn heel lief, kijk maar naar die zilveren daar die zijn overleden vrouw kopjes aan het geven is. Mooi verhaal trouwens, want draken zijn heel trouw aan hun partner, zelfs als ze niet bij elkaar wonen en alleen samen komen om eitjes te maken.’
De koning stopt Martin met een handgebaar. ‘Wat is je wens?’
Sorry meneer de koning. Of bent u mevrouw de koning? Nou ja, wat ik eigenlijk heel graag zou willen is om te leren voor draken te zorgen. Eieren uitbroeden, jonge draakjes voeren, schoonmaken en mooi opboenen, de mest wegbrengen, hoeveel mest maakt een draak eigenlijk? Dat wil ik.’
Het zal geregeld worden. De komende weken zal je onderdak krijgen bij de koninklijke drakenverblijven en kun je leren van onze beste drakentrainers.’

De koning is nog niet uitgesproken, of naast hem duikt ineens Erik op. De koning vertrekt echter geen spier en kijkt Erik vragend aan. Erik buigt naar voren en fluistert iets in het oor van de koning. ‘Ok’, antwoordt de koning en Erik loopt tevreden terug naar de groep.

Draco ziet zijn kans en licht buigend stapt hij naar voren. ‘Waarde koning, zoals u ongetwijfeld weet ben ik als klein jongetje opgegroeid in Stk’vzn’Khat, waar ik in de leer ben genomen door mijn zeer gewaardeerde meester, Robert Leermaker.’ Draco kijkt naar zijn meester en ziet goedkeuring in zijn ogen. ‘Aan hem ben ik mijn leven en mijn kennis verschuldigd. Deze schuld is te groot voor mij om ooit af te kunnen lossen. Daarom zou ik u willen vragen om deze schuld van mij over te nemen en aan mijn meester de gunst te verlenen die u mij biedt. Dan kan ik hierna nog steeds in alle dankbaarheid, maar op basis van gelijkwaardigheid met mijn meester op kan trekken.’
De koning kijkt achtereenvolgens naar Draco en naar Draco’s meester en spreekt dan Draco toe. ‘Je schuld is hiermee vervallen. Ik zal later met je meester spreken over compensatie voor deze schuld. Jou benoem ik tot eredwerg voor het leven.’

Hik hik, hoera!’ roept Winwin. ‘Drank voor iedereen. Of in elk geval voor mij!’ ‘Zo zij het’, antwoordt de koning. ‘Jij zult de rest van je leven overal in K’tha’Khat gratis drinken.’

Tijd voor een nieuw avontuur
De volgende dag vindt de ceremonie plaats op het centrale plein in de stad. De koning heeft een mooie toespraak, er klinkt dwergs gezang, de medailles worden uitgereikt en na afloop vloeit het bier onder begeleiding van nog meer dwergs gezang.
De weken erop vliegen voorbij. Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden, maar bij de smidse van Draco’s voormalige leermeester treft iedereen elkaar zo op z’n tijd. Dit geeft de gelegenheid om ieders uitrusting wat op te lappen en bij te praten over ieders ervaringen. Sommigen komen niet alleen…

Martin komt plotseling zijn nieuwste aanwinst showen. Een dwerg met een onuitspreekbare naam, die door Martin is gedoopt tot Bob. ‘Hij zat daar alleen op een trapje en hij leek wel honger te hebben. Dus toen heb ik hem wat brood en een schaaltje melk gegeven. Daarna is hij achter me aan gaan lopen’.

Erik lijkt ook iemand achter zich aan te hebben, maar dat is vooral te merken aan de pijlen die soms uit het niets om z’n hoofd vliegen. Erik lijkt zich er niet druk om te maken. ‘Oh, dat is Cato maar.’ legt hij uit. ‘Die houdt me scherp.’

Esmeralda wordt meegenomen door Elaine en blijkt een barvrouw te zijn uit Berenholm, waar Elaine haar training en bezinning uitvoert in de tempel van goedheid en gerechtigheid. Esmeralda is met een boodschap naar Elaine gestuurd en is nu haar kennis over bier aan het bijschaven. Het contact met Winwin is hierbij goud waard.

Op een andere avond introduceert Gaucelm Finn Zonderland. Finn heeft een wat merkwaardige uitrusting, die vooral bestaat uit heel veel wapentuig. Overal steken wel wapens uit, wat het soms gevaarlijk maakt om bij hem in de buurt te staan. Finn probeert zich te verdiepen in de vechtkunst, zo vertelt Gaucelm ons. En hoe kun je dat beter doen dan te luisteren naar prachtige verhalen over grootste gevechten, of misschien zelfs in zo’n gevecht betrokken te raken. Daarom is Finn op zoek gegaan naar een bard extraordinaire, oftewel Gaucelm.

In de smidse is ook vaak een verre neef van Draco’s voormalige meester te vinden, Loni Deepdelver. Het zwarte schaap van de familie, althans van de nog levende familie. Met de overleden familie lijkt hij wel een zeer goede band te hebben. Hij is tijdelijk onder de hoede van Robert Leermaker, maar hij lijkt geen enkele interesse te hebben in het smeden van wapens of armor. Hij heeft meer interesse in erop uit trekken, weg van de bewoonde wereld. Daarom heeft Robert aan Draco gevraagd om als laatste teken van dankbaarheid zich een tijd te ontfermen over Loni.

De grootste verrassing komt echter van Bartholomeus, die plotseling zijn vrouw Belinda introduceert. Het is al een verrassing dat een militair man die vaak op pad is zoals Bartholomeus een vrouw heeft, maar dat die zich plotseling bij Bartholomeus heeft gevoegd hier in Kattegat is een nog veel grotere schok.

Op een van de avonden dat toevallig iedereen er is, komt het gesprek op de missie waarmee we vanuit de hoofdstad op pad zijn gestuurd. Boodschappers van de koning zijn weliswaar op pad gestuurd om de diplomatieke hand uit te steken, maar ondertussen lijkt het verstandig als ook vanuit ons een bericht verstuurd wordt. Omdat we zelf nog wel een tijdje zoet zijn in Kattegat, komt het idee opborrelen dat we onze introducees misschien wel op pad kunnen sturen. Iedereen is hier voor, dus een paar dagen later is het zo ver. Belinda, Esmeralda, Bob, Loni, Finn en Cato worden uitgerust en op weg gestuurd naar de hoofdstad om verslag uit te brengen. Wij zullen ze zo spoedig mogelijk volgen.

Kampvuur
Na een paar dagen op pad te zijn, slaat de groep zijn kamp op aan de rand van een bos. Loni maakt een kampvuur, waarop Belinda worstjes begint te roosteren, met advies van Loni’s betovergrootmoeder. Finn vertelt ondertussen verhalen over veldslagen waar hij over heeft gehoord, terwijl Esmeralda cocktails aan het mengen is. Als iedereen genoeg gegeten heeft, trekt iedereen zich terug in zijn eigen tent.

Midden in de nacht hoort Loni plotseling een gek geluid uit het bos komen. Hij opent zijn tent en ziet Finn in de opening van zijn tent zitten met zijn neus in de lucht. Ze kijken elkaar aan, halen de schouders op en lopen in de richting van het bos. ‘Het lijken wel belletjes’ merkt Loni op. ‘Het lijkt wel ozon’, antwoordt Finn.

Belinda hoort Finn en Loni praten en kijkt uit haar tentopening. Nog net ziet ze die twee verdwijnen in het bos. ‘Wat zijn die nou weer van plan?’ vraagt ze zichzelf af. ‘Bob, Esmeralda, Cato, lopen jullie mee? De anderen zijn het bos in verdwenen.’

Loni en Finn zijn ondertussen aangekomen bij een grote open plek in het bos. Finn struikelt bijna over een grote steen, die aan de rand begraven lijkt. Er zijn nog meer van dat soort stenen te zien, maar het is onduidelijk of ze een diepere betekenis hebben. Loni begint langs de rand van de cirkel te sluipen en fluistert naar Finn: ‘Oudoudoudtante vertelt me dat dit een bijzondere, bijna heilige plek is…’

maandag, november 30, 2015

Dungeon & Dragons Sessie Oktober 2015

Plan A

Het besef van geluk zit ons goed in het lijf, we rennen naar de markt om te overleggen wat onze volgende stappen zijn. Om ons heen wordt de sfeer steeds grimmiger. Groepen dwergen lopen bewust om ons heen, marktkoopmannen sluiten hun kramen en timmeren hun ramen en deuren dicht. Soms drijft er een zwarte rookwalm langs en het stinkt naar vuur en pek. Bartholomeus en ik zien dat er steeds meer dwergen pantser dragen en de wapens open en bloot aan hun riemen hebben hangen of uitdagend in hun handen dragen. Het lijkt alsof sommige dwergen ons mogen en andere niet. Draco en ik beredeneren dat er wel eens een revolutie uitgevochten zou kunnen worden en de dwergenkoning afgezet. 

Winwin (Winston) lijkt het allemaal niet te deren en stopt kwartjes in Martin zodat deze kennis blijft spuwen. Ondertussen stopt de rest van ons de hoofden bij elkaar; we hebben een plan nodig. We moeten in ieder geval iemand vinden die ons goed gezind is zodat we op de hogere niveaus van deze dwergenenclave kunnen komen. Draco kent er in ieder geval een, en dat lijkt onze enige en beste keus. We gaan op weg naar de smidse van Draco's vroegere meester, maar eenmaal daar aangekomen is deze, net als alle andere winkels, volledig dichtgetimmerd. Potdicht. Draco bonst op de deur, maar het enige weergeluid is het rammelen van het gereedschap dat van het plafond hangt.

We ontwaren wel een koningsgezinde rune. Gelukkig is Draco's meester koningsgezind. Dat zijn wij ook naar beweringen die Gaucelm eerder geuit heeft. Om ons heen spannen groepjes dwergen samen. De sfeer wordt er bepaald niet gezelliger op. Wij staan ondertussen in vertwijfeling te bedenken wat we gaan doen. Winwin weet de weg naar boven, en wij houden het er maar op dat we de wacht bij de trap naar boven kunnen overmeesteren of om kunnen praten. En we gaan op weg. Winwin grist nog net een halfvolle bierpul mee die ergens in een hoek staat.
 

Plan B

We lopen het woongedeelte van een dwergenclan in die naar een trap van de hogergelegen niveaus leidt. Ook hier is alles dichtgetimmerd. Op een gegeven moment wordt het wel heel verdacht stil. We zien een kar links en een kar rechts op hun zij liggen. Typische hinderlaag situatie. Mijn blik glijdt omhoog en zoals ik verwacht zie ik een balustrade. We moeten de trap omhoog voorbijgelopen zijn. Ik tik Bartolomeus aan en fluister dat we terug moeten lopen. Dat doen we, al klimt Erik ongezien de balustrade op. 

Eenmaal op de balustrade hebben we prima overzicht over de situatie. De dwergen onder ons dragen werpbijlen. Erik besluit dat beneden toch de meest tactische plek is om te zijn. Draco begint weer zilverig te gloeien. Als duidelijk wordt dat we gespot zijn neemt Gaucelm zijn meest overtuigende positie aan en roept: "Wij zijn van de geheime dienst van de Koning! Geef je over dan raakt niemand gewond!" Het heeft weinig effect want er vliegen vijf werpbijlen Draco's kant op, waarvan er eentje een schram oplevert.. Eentje blijft steken in de balustrade en een raakt de muur. Draco is duidelijk niet van plan als schietschijf op de balustrade te blijven staan en springt van het balkon 20 voet naar beneden en lijkt wel naar beneden te zweven. Ik kijk om me heen en ontwaar bloempotten in de vensterbanken, ik gris er 1 en werp deze naar een dwerg. De bloempot spat uiteen op het pantser van de dwerg, deze hoonlacht en steekt zijn middelvinger naar ons uit, vlak daarna doorboort een van Martins uiterst zuiver gemikte pijlen zijn pantser en hart en stort hij ter aarde, middelvinger nog uitgestoken. 

Twee andere dwergen merken niets van de dood van hun metgezel en hebben Draco zien landen, ze stormen op hem af. Een van Eriks shurikens zorgt er voor dat een dwerg in ieder geval niet gaat aankomen en de andere wordt door Draco's ijzige adem onderuit gehaald, met ijs in zijn baard valt hij om, hand nog opgeheven om uit te halen met zijn bijl. Gaucelm en Bartholomeus laden hun kruisbogen. Terwijl Erik weer in de schaduwen duikt merkt Winwin dat zijn pul leeg is, uit woede smijt hij hem naar een van de dwergen en gaat op zoek naar meer drank.

Paniek slaat toe onder de dwergen. Een dwerg die geraakt werd door Winwin's pul duikt onder een kar. Een draait zich om en gaat er stilletjes vandoor, niet merkend dat Erik dicht in zijn buurt is. Een ander roept dat hij niets gedaan heeft. Om het nog even wat aan te zetten begint Gaucelm in het dwergs met: "Als je je niet overgeeft dan zullen we je eh.... inge.... eh ... " . Maar hij is niet in staat het woord "ingewanden" in het dwergs te vormen. Dit heeft daarom niet het gewenste effect, tot groot chagrijn van de anders zo vlotte babbelaar. Draco daarentegen brengt een paar gegronde en oorverdovende dwergenvloeken ter ore terwijl zijn drakenaura duidelijk overkomt. Dit zorgt er voor dat een dwerg jammerend ter aarde stort en een zich in het dwergs overgeeft. Een ander is echter te druk met zijn wonden. Om het gevecht af te ronden geeft Erik de ontsnappende dwerg nog eens een welgeplaatste nekslag en zorgt ervoor dat deze verklikker geen verder alarm kan slaan.

We begeven ons naar beneden (Winwin door van de balustrade te springen zonder een schrammetje). Ondertussen vertaal ik nog even wat er in het dwergs gezegd werd zodat Bartholomeus niets hoeft te missen. Eenmaal beneden onderzoeken we wat de reden is van de aanval, maar we vinden weinig uit, behalve dan dat de heren dwerg van de kolenmijners clan zijn. Winwin vindt een lege bierkskin en trekt een verdrietig hoofd.

De weg naar boven

We lopen een stukje verder nog steeds van plan de wacht om te praten of uit te schakelen. Maar na enkele meters zien we Draco's meester uit een deur naar buiten komen, hij wenkt Draco en dus ook ons. We gaan naar binnen en komen in een kamer waar een grimmige sfeer hangt en dwergen in een kring een fles delen om zich moed in te drinken. Dit wordt natuurlijk direct door Winwin opgemerkt en hij sluit aan in de rij, een plek opschuivend als het hem niet snel genoeg gaat. Volgens Draco's meester (naam?) zijn de clanlozen een machtsstrijd naar boven begonnen. Als Draco vervolgens uitlegt dat de Clanlozen voor een kwaadaardige draak werken stoppen de dwergen geschokt met het delen van hun drankfles.

Draco's meester heeft een plan. Hij en de andere aanwezige dwergen zullen voor een afleiding zorgen zodat wij ons omhoog kunnen begeven via de hoofdtrap. Daarna zullen zij omhoog gaan via sluipwegen en ons helpen in de strijd tegen de kwaardaardige draken, hun discipelen en de clanlozen. Om iedereen moed in te zingen start Gaucelm een dwergs strijdlied. Vervolgens maakt iedereen zich klaar. 

De dwergen vegen als een vechtmuur, schilden vooruit Ugroshes met de punt eruit stekend, de weg door de steeg naar de trap vrij van wat ons ook maar tegen kan houden. Bij de ingang van de weg naar boven is echter een enorm gevecht aan de gang. Om de vierkante poort te bereiken moeten we door het tumult heen. Erik en Martin bewegen zich zonder moeite superbehendig tussen de neervallende bijlen en beukende vuisten en schilden heen. Gaucelm vraagt aan Winwin hoe het toch komt dat hij zo gemakkelijk in balans blijft tijdens vallen en ontwijken van dingen, en leert derhalve hoe ook hij zich zonder schade door de menigte kan bewegen. Draco lijkt onbewogen en loopt er dwars doorheen, ondertussen een dwerg van zijn enkel afschuddend. Ik focus me; richt me op de training die ik heb ontvangen en weer zoveel mogelijk ongerichte maar heftige slagen af. Dat lukt gedeeltelijk maar ik houdt er toch een zere zij en schouder aan over. Thuis maar weer wat beter trainen. Als we omkijken zien we dat de menigte uitwijkt voor onze onverschrokken leider Bartholomeus. Ons doel is bereikt we zijn allemaal bij de trap aangekomen. 

De man in de schaduw

De trap is breed en loopt in ruime spiraal omhoog. Langs de zijkant staan robuuste standbeelden. Tussen de tweede en derde verdieping is de trap geblokkeerd door een hoge berg puin en troep. Aan onze kant van de barricade staan koningsgezinde wachters, die blij zijn met onze hulp. Aan de andere kant staat een hele troep boze clanloze dwergen. De barricade is dubbel, we zullen er overheen moeten klimmen om bij de vijand te komen en de vijand heeft voordeel doordat ze van bovenaf vechten. Erik is al snel uit zicht; hij heeft een van de muren langs de trap beklommen. Gaucelm (heldhaftig maar niet zo slim) beklimt de eerste barricade en roept: "Stop met vechten, jullie werken samen met een kwaadaardige draak!" Waarop een werpbijl uit de menigte richting Gaucelm vliegt en hem vol in zijn torso raakt. Geschokt en hevig bloedend valt hij van de barricade. Ik duik naar hem toe, ruk de bijl eruit terwijl ik stevig de wond dicht druk en prevel een gebedje. Het bloeden stopt en begint langzaam te helen. Ik schud mijn hoofd en zeg: "het is niet echt je dag he, Gaucelm?" Verder maak ik een mentale notitie dat ik Gaucelm uit moet leggen dat het niet uitzonderlijk is voor dwergen om met draken samen te werken. 

Gaucelm herpakt zich snel en werkt met Draco samen om een illusie van een grote zilveren draak achter de clanlozen en hun draken shamaan te projecteren. Verder spreken Bartelomeus, Draco en ik af dat we ons in een kleine muur naar voren zullen bewegen. De draak verschijnt en maakt een enorm kabaal. Martin is ontzettend onder de indruk en roept "Woooaa!" . Draco roept nog dat de draak ons helpt, en ik stoot Martin aan en leg hem kort uit wat het geval is.

De draak veroorzaakt wat verwarring in het kamp aan de overkant. Als Draco, Bartholomeus en ik ons naar voren bewegen gaat Winwin snel eerst over de barricade en wordt bekogeld met een hele lading bijlen. Wonderbaarlijk genoeg komt hij er ook nog redelijk ongeschaad vanaf. Ook verschijnt nu ons tweede doel; de draken shamaan. Het is een vrij grote dwerg, maar wat nog meer opvalt is zijn tweehandige bijl met een curieus en kwaadaardig uitziend blad. We staan midden in zijn vuurlinie, hij ademt eens diep en spuugt een grote straal zuur over ons heen. Draco en ik kunnen nog net opzij stappen en worden slechts deels geraakt, maar Bartholomeus krijgt de volle lading over zijn anders zo perfect uitziende pantser heen.

Terwijl meer dwergen de barricade boven ons bestijgen ziet Winwin een kans om een feestje te beginnen en biedt de dwerg het dichtst bij hem een biertje aan. Deze weet even niet wat hem overkomt; maar neemt uiteindelijk het biertje aan. Al snel echter wordt hij door pijlen van Martin uitgeschakeld. Waarna Winwin verder babbelt en drinkt met de volgende dwerg. Bartholomeus en de drakenshamaan zijn in heftig gevecht, Draco spuugt zijn ijzige adem over de shamaan en al die dicht bij hem in de buurt staan en ik ga het gevecht aan met een andere dwerg.

Waar niemand anders echter op let is dat Erik succesvol de muur naast de trap beklommen heeft en met al zijn kracht een van de enorme standbeelden heen en weer aan het wiebelen is teneinde het te laten vallen. Dit lukt hem en onder het standbeeld wordt een dwerg geplet. Een andere dwerg trekt deze dwerg er onderuit waarna het standbeeld de trap af begint te rollen en de clanloze dwergen in paniek er tegen moeten duwen om zelf niet geplet te worden. 

Op naar de climax...

Met vereende krachten en onder leiding van Bartholomeus verslaan we de shamaan. Draco rukt het amulet van de nek van de shamaan. Als de shamaan dood is, besluit Gaucelm al zijn charmes op een van de andere dwergen op de barricade in te zetten, die zijn wapens neerlegt. Hierna besluit de rest van de clanlozen het ook op te geven.
Ons wordt door de wachters gemaand haastig voort te maken. We rennen dan ook naar de derde verdieping waar her en der de lichamen van verslagen wachters op de vloer liggen en aangeven hoe ernstig de situatie is. luid gebrul wijst ons de juiste weg. Erik komt als eerste bij de deur van de troonzaal aan en opent deze een klein beetje. 

Binnen is het een grote ravage; twee draken, zilver en groen, zijn in hevig gevecht waarbij de zilveren draak het onderspit dreigt te delven. Achter in de troonzaal staan drie, door zuur aangevreten, wachters de koning en drie kisten te bewaken. Het dichts bij de deur staan vier drakenpriesters te prevelen. Uiteindelijk moeten we toch allemaal door de deur en vallen we de vier priesters aan.....

vrijdag, juli 03, 2015

Dungeons en Dragons sessie begin 2015

Handel

Aangekomen in K'tha'Khat (kattegat) gaan we eerst eens even wat van onze last verlichten. Dus we vervolgen onze weg dieper Kattegat in.  De berg lijkt op een soort aambeeld, de bovenste laag helt dreigend over ons heen. Als we door de poort van de onderste laag lopen zijn we in een werkelijke dwergenstad beland. Maar zo te zien moeten ze niet heel veel van ons hebben, verscheidene winkels sluiten hun deuren. Maar Gaucelm laat echter zijn enthousiasme niet temperen en gaat met vier van onze dwarven ugroshes, vier scrolls en een paar juwelen op stap, hij krijgt ze verkocht en slaagt er ook nog eens in om een gluiperigheidsdrankje te kopen (potion of glibness). 

Voor de rest staan we er maar een beetje bij. Martin afwachtend  op de bevelen van Bartelomeus, Draco nog zichtbaar afgeleid door de ontmoeting met zijn vroegere meester Robert Leermaker. Behalve Erik, die lijkt weer eens nergens te bekennen. Maar we weten inmiddels beter (hij heeft de zijsteegjes bekeken en geconcludeerd dat die onvriendelijker zijn dan de redelijk verlichte hoofdstraat). Op een gegeven moment horen we ergens een schreeuw vandaan komen, ik tik Bartelomeus aan en zeg dat ik eens ga kijken of ik kan helpen. Niet dat we hier de wet bepalen, maar nood breekt wet als er iemand in nood is.
 

Steegjesruzie 

Al snel komen we in een ontzettend donker steegje aan waar we van om de hoek een dwerg tegen de muur aangesmeten zien worden. Ik check of ik wat voor hem kan doen, maar hij ligt wel goed zo en wordt op het moment niet aangevallen. Om het hoekje staat een zwerver die door een dwerg vastgehouden wordt terwijl twee anderen hem in elkaar proberen te trappen. Draco en ik roepen beide dat het nu wel welletjes is in ons beste dwergs. Dat haalt blijkbaar weinig uit, of Bartelomeus heeft er weinig geduld mee en hij buldert in het common dat als er nog iemand is die de zwerver een trap durft te geven dat ze met hem te maken krijgen. Ook al verstaan de dwergen er geen snars van, het maakt indruk op in ieder geval twee dwergen die er als een haas vandoor gaan.

De dwerg die de zwerver vast heeft laat het koud. Gaucelm probeert nog wat commoner goodcop, maar de dwerg zet een wurgactie in. Dit mislukt echter totaal; de zwerver rukt zich los, draait zich om en steekt zijn middelvinger uit naar de dwerg. Van dat moment maakt Draco gebruik om de dwerg in een houdgreep te krijgen (deze probeert hem nog te ellebogen maar stoot slechts zijn telefoonbotje tegen Draco’s pantser). Gaucelm leidt ondertussen de zwerver af, die beteuterd naar zijn lege mok kijkt.

Beide Bartelomeus en Gaucelm proberen te zwerver te ontfutselen wat er hier in godsnaam aan de hand was. Maar uiteindelijk lukt het Draco om de dwerg, die inmiddels met een knie in zijn rug op de grond ligt en bijna om zijn moeder begint te roepen, uit te vinden wat nu eigenlijk het probleem is. De dwerg legt uit dat de zwerver zijn clan heeft beledigd, en hij begint om de wacht te roepen. Draco laat op hardhandige wijze weten dat dat niet de bedoeling is.

Terwijl Martin (op enthousiast boenende wijze) en ik de bewusteloze dwerg een beetje verzorgen is Erik op wacht gaan staan. Hij heeft al een keer geroepen dat de wacht er aan komt. Draco laat de dwerg uit de houdgreep en stuurt hem weg. Om te voorkomen dat we zelf opgepakt worden besluiten we zelf de wacht er maar bij te roepen. Ondertussen leest Bartelomeus de zwerver de les, en wordt vervolgens uitgemaakt voor ex-wijf en zoon van de zwerver, die vervolgens vrolijk verkondigt dat we met z’n allen naar de kroeg gaan en dat Gaucelm wel zal betalen.

Mensenclan

Als de wacht  er eenmaal is en begrijpt wat er aan de hand is, raken ze in een verhitte discussie. Er is er eentje die me kan uitleggen wat er aan de hand is. Hij legt uit dat het op een nette manier kan: we gaan met z’n allen een nacht de cel in (de wet van de Lage Koning). Of wij rekenen af met het mens dat blijkbaar bij onze “mensenclan” hoort (en niemand zijn clan-eer raakt aangetast). Omdat het niet echt een optie is om een nacht in de cel te zitten vanwege de naderende drakendreiging besluiten we de dronken zwerver mee te nemen. Martin heeft ondertussen allerlei theorieën om de zwerver te temmen en vergelijkt hem met een zwerfhond, riem erbij en al. Alleen de zwerver is iets te sterk voor hem, en wil hem rechtstreeks naar de kroeg slepen. Gelukkig is daar Bartelomeus met z'n spierballen, en de zwerver wordt op z'n plaats gezet. We discussiëren wat over het nut van de man, naar mijn inziens kan hij ons alleen maar last opleveren, maar hij blijkt toch het een en ander van de stad en de dwergen in Kattegat te weten en dus nemen we 'm mee. Hij blijkt Winston te heten, en om hem tevreden te houden biedt Erik zijn eigengestookte sterke versie van sake aan.

Commons van de clanlozen

Het grote amulet van de groene draak die Draco om zijn nek heeft hangen wijst ons naar de commons van de clanloze dwergen. Het blijkt dat we ze al ontmoet hebben, blijkbaar had Winston ze beledigd. Hun clan-teken is een cirkel. Terwijl we de wijk binnen lopen worden wederom kinderen van straat gehaald en deuren en raamluiken gesloten, het is muisstil op de met vuil bestrooide straat en er hangt een onwelkome dreigende sfeer. Winston legt uit dat de clan-lozen de meest chauvinistische dwergen zijn en heel weinig van buitenstaanders (mensen, elven, etc.) moeten hebben. Wel even een verschil met Berenholm, waar mensen juist blij met me zijn en kinderen soms meerijden op Eridis; zo erg kunnen we toch niet zijn? Het amulet leidt ons naar de deur van het clan-huis. Het is een dikke, stevige, eikenhouten deur met een luik op borsthoogte en een grote cirkel in het midden. Draco bonkt op de deur en eist toegang.

Draken, dwergen, drakendwergen?

We horen voetstappen, het luikje schuift open en er tuurt een dwerg naar buiten. Waarschijnlijk ziet  hij 6 (excl. Erik) bepantserde borstplaten. Draco beveelt de dwerg om open te doen, maar hij scheldt dat hij niets met smerige half-elven te maken wil hebben en we horen de voetstappen als de dwerg weer naar binnen loopt. Wat volgt is een scheldkannonade tussen Draco en de dwerg, die ik vervolgens vertaal voor Bartelomeus.  Als de dwerg na een laatste scheldpartij weer naar binnen loopt opent Erik op verzoek van Draco op illegale manier de deur. Als Draco en Erik binnen stappen en de dwerg zich vol verbazing omdraait geeft Draco hem de volle ijzige laag van zijn breath weapon, Erik geeft hem vervolgens een tactisch geplaatste tik op zijn hoofd en de dwerg gaat neer. We doorzoeken zijn zakken en vinden een sleutel. Om te voorkomen dat hij er vandoor gaat rollen we hem in het tapijt dat op de vloer van de welkomstkamer ligt en binden er een touw omheen. Puur bij toeval zien we dat er onder het tapijt een plaat ligt, met daarin een sleutelgat. We proberen de sleutel in het sleutelgat en vervolgens dooft de haard en verdwijnt onder de grond. Naast de twee gangen links en rechts gaat er nu voor ons ook een gang open. Een koude wind waait in ons gezicht en naargeestige rillingen lopen over mijn rug. Wat er zich ook voor ons bevindt, het voorspelt weinig goeds.

Met wapen getrokken gaan we naar binnen. Het blijkt een drakenaltaar, en her en der verspreid over de kamer bevinden zich offerandes. Er bevinden zich symbolen in de vloer om een altaar heen waarop zich een zwart kistje bevindt. Martin is gefascineerd door een uit dieren, mensachtige, en andere botten samengesteld drakenskelet dat met touwen aan het plafond bevestigd hangt en als een teken van naderend onheil ons aan staart. Martin weet binnen een enkele minuut toch zeker de helft van de botten te herkennen. Niemand wil zich wagen aan het kleine zwarte doosje wat op het altaar staat. Uiteindelijk weet Martin zich los te rukken van zijn fascinatie van het samengestelde drakenskelet en leent een lockpick van Erik om het zwarte doosje open te maken, het doosje giechelt en charmeert zo Martin, die hem niet open krijgt maar zich toch over het doosje ontfermt. Erik kijkt een beetje beteutert naar de lockpick die hij terug krijgt. Dan merkt Draco dat ons target zich naar beneden begeeft. We keren terug naar de welkomstkamer om hem te ontmoeten.

De meester

Zonder enige twijfel bluft Draco dat hij de meester is en vraagt om een rapportage over de voortgang van de missie. Hij houdt zijn gezicht strak als de dwerg die ons doel is beweert dat hij gisteren nog contact heeft gehad met de meester gisteren, en hem vraagt of het wel goed met hem gaat. Als Draco nogmaals om rapport vraagt, stuurt de shaman zijn bodyguards weg. Draco haalt de drakendwerg over om mee te gaan naar het drakenaltaar, deze zet een aantal stappen vooruit maar dan valt zijn oog op het opgerolde tapijt met daarin de vorm van een dwerg herkenbaar. Iedereen trekt zijn wapens. Er komt een enorm brulgeluid uit de dwerg en een straal zuur raakt een ieder die in de vuurlinie staat (Gaucelm, Martin, Erik). Gelukkig zijn Martin en Erik scherp en voordat we het weten ligt de drakendiscipeldwerg op de grond; Eriks vuisten bewogen sneller dan het licht en Martin is er met een salto naar toe gesprongen, geland en heeft toen een goed gerichte pijl afgeschoten. Draco wacht de terugsnellende bodyguards op met zijn ijzige adem en voordat we het weten zijn we verder aan het knokken met de bodyguards. Dit duurt opmerkelijk genoeg iets langer. Gaucelm speelt zijn deuntje wat erg welkom is en bluft een van de bodyguards af door in de stem van de shaman te roepen dat er nog gevaar achter de bodyguards dreigt. Erik beweert dat de laatste bodyguard een fles bier bij zich heeft, wat er voor zorgt dat Winston op de guard duikt terwijl hij tot dan nog kotsend van de sake in de deuropening van het clanhuis heeft gestaan.

Als we denken dat het voorbij is, kunnen we het corresponderende amulet niet vinden op het dode lichaam van de dwergendrakendiscipel. Alle deuren in de kamer sluiten zich hermetisch, Gaucelm en Martin proberen de deur naar het drakenaltaar nog open te krijgen maar de sleutel wil niet draaien in het sleutelgat. De dode dwergendrakendiscipel begint te zweven en een telekinetische energie hangt in de kamer. Ik grijp de discipel bij zijn broekspijpen en Gaucelm en Bartelomeus onderzoeken de reden van het zweven onder zijn kleding. Maar dan zien we een verschijning van een jong drakenspook, met een eveneens etherisch amulet om zijn nek. Het spook slaakt een ijzingwekkende kreet, waarvan Bartolomeus, Martin en Winston compleet in paniek raken. Gelukkig kent Gaucelm ook een liedje om ze weer gerust te stellen.
Het dode lichaam van de shaman valt naar beneden. Voordat we onze wapens goed en wel in de aanslag kunnen nemen verdwijnt het spook weer. De volgende keer probeer ik hem te overtuigen met mijn familiering en mijn strengste gezichtsuitdrukking dat het op moet rotten. Maar helaas, het is niet onder de indruk. Het ziet me zelfs als een interessant lichaam om over te nemen, maar mijn mentale training betaalt zich terug. Hij verdwijnt en verschijnt steeds voordat we hem echt veel pijn kunnen doen. Maar dan doet Gaucelm iets heldhaftigs door te bluffen dat hij de grootste bedreiging is voor het spook in plaats van ik. Het spook trapt erin en probeert zich in hem te manifesteren, dat geeft ons de kans de verschijning te verslaan. De anderen hebben flink moeite om het spook te raken, hun wapens lijken gewoon door het spook heen te gaan. Gelukkig  heb ik in mijn opleiding geleerd dat de positieve energie die ik in m’n handen heb en waarmee ik soms wonden kan genezen, wezens zoals spoken juist pijn doet. Tijd om dat uit te proberen. Het blijkt te werken en verzwakt het spook behoorlijk, zodat Draco uiteindelijk het spook de genadeklap toe kan brengen.

Het spannendste moment voorbij?

Nadat het spook is verslagen, ontgrendelen de deuren en we kunnen opgelucht ademhalen, maar niet voor lang. Nadat Erik de bovenverdieping waar de administratie ligt onderzocht heeft (het blijkt dat de clan de afgelopen maanden flink is gegroeid) en Martin de lege barakken, staart ons een menigte vanaf de straat aan. En ze kijken niet vrolijk. Op klungelige wijze probeert Gaucelm nog uit te leggen dat de baas een door en door slechte drakenaanbidder was, en dat er een duister drakenaltaar in hun clanhuis ondergebracht is, maar dat laat de menigte koud. Gaucelm ziet dat zelfs zijn woordkunsten hier niet zomaar tegen opgewassen zijn, kijkt met enige spijt naar zijn gluiperigheidsdrankje en slaat het achterover. Vol zelfvertrouwen loopt hij nu op de menigte af. Hij zegt iets als: "beste bewoners van Kattegats mooiste prachtwijk, wij hebben u van een groot kwaad verlost, al uw levens zullen er door verbeteren en wij zijn jullie grootste vrienden." De menigte kijkt zeer verbaasd alsof ze het bijna geloven, en dat geeft ons de tijd om er zo snel mogelijk vandoor te gaan, met een hartslag van minstens 150. Daar zijn we met heel veel geluk goed vanaf gekomen.

Als we uit zicht zijn beginnen we te rennen. We begeven ons terug naar de markt om op adem te komen en te bedenken hoe we op de hogere niveaus gaan komen. (Hier hebben we de aanwezigheid van de andere drakendiscipels vastgesteld)

zaterdag, november 08, 2014

Dungeons & Dragons, Sessie 2 Nov 2014 - Part 2

Omdat ik niet langer kon blijven heeft Jasper de rest van het verslag afgemaakt. Ik heb er weinig aan veranderd omdat het lastig is er iets mooiers van te maken dan het al is.


Gevecht met de draak

Plots horen we de diepe klank van de deurbel, de dwerg begint een strijdlied te ziengen. De man die we kennen als draak komt binnengelopen en roept naar de dwerg dat hij af komt maken wat ons duidelijk niet gelukt is. De dwerg zal vandaag aan zijn einde komen! Niemand is onder de indruk, we zullen hem verslaan!


Ronde 1

  • Martin rent als eerste uit het linker huis en schiet een pijl recht in de man.
  • Elaine rent uit het andere huis, kust haar zwaard en prevelt iets over gerechtigheid en genade. Rond de drakenman zien we een lichte schimmering.
  • Erik sluipt naar de man toe en verkoopt hem een behoorlijk dreun.
  • Bartholomeus rent ook uit een huis haalt uit, maar zijn slag ketst af op de schimmering.
  • Gaucelm begint te zingen, waardoor iedereen zich toch net wat moediger voelt.
  • Koning Dwerg stormt op de man af en geeft hem een flinke klap
  • De man verandert in een Groene Draak! Hij valt de dwerg aan met zijn bek, zijn voorpoten, zijn vleugels en zijn staart. De dwerg krijgt een paar rake klappen.
  • Draco steekt zijn morningstar in de brand en loop met vlammend wapen richting de draak. Door zijn aanwezigheid voelt iedereen zich plotseling wat krachtiger.

Ronde 2

  • Martin rent weer een stukje verder en weet een pijl precies naast de eerste te plaatsen.
  • Elaine raakt het pantser van de draak.
  • Erik zien we niet. We zien ook geen resultaat.
  • Bartholomeus doet wederom Elaine na.
  • Gaucelm blijft vol goede moed staan zingen.
  • Koning Dwerg dient nogmaals een rake zwaardslag toe.
  • Groene Draak valt nogmaals de dwerg aan en takelt hem wederom flink toe. De dwerg ziet er erg gehavend uit.
  • Draco valt de draak aan en brengt hem een brandende wond toe. De draak neemt wel een flinke hap uit zijn schouder.

Ronde 3

  • Martin blijft aan de loop en plaatst nog een derde pijl naast de eerste twee.
  • Elaine daarentegen ziet haar zwaard voor de tweede keer afketsen.
  • Erik is nog steeds bijna niet te zien, maar waar hij de draak raakt, is wel een goede hoeveelheid bloed te zien.
  • Bartholomeus blijft ook problemen hebben met de harde schubben van de draak.
  • Gaucelm rent naar de dwerg toe en lapt hem wat op.
  • Koning Dwerg steekt voor de derde maal zijn zwaard diep in de draak. Het zal zijn laatste actie blijken te zijn.
  • Groene Draak stapt over Bartholomeus heen uit de cirkel aanvallers. Bartholomeus ziet plots een plek op de buik van de draak waar de schubben minder sterk lijken en weet voor het eerst de draak een steek toe te dienen.
  • De draak opent zijn bek en een golf van zuur daalt op iedereen neer, behalve op Martin die zich buiten het bereik van de draak bevindt. Gaucelm, Elaine en Draco weten een deel van de vloedgolf te ontwijken, maar Bartholomeus, Erik en de dwerg krijgen de volle laag. De moedige dwerg is op slag dood. Erik ademt nog wel, maar ligt bewusteloos in de poel met zuur.
  • Draco bestormt de draak en dient hem nog een tweede brandwond toe.

Ronde 4

  • Martin is weliswaar niet geraakt door het zuur, maar is zo ontsteld dat hij zijn pijl compleet de andere kant op schiet.
  • Elaine buigt zich over Erik heen, roept dat zijn laatste oordeel nog niet geklonken heeft en brengt hem weer bij bewustzijn.
  • Erik kijkt nog wat verdwaasd om zich heen, maar probeert al liggend toch een paar werpsterren naar de draak te gooien, zonder succes.
  • Bartholomeus is woest en bestormt eveneens de draak, met goed gevolg. Hij neemt nu duidelijk de leiding in het gevecht, waardoor iedereen zich toch weer een stuk moediger voelt.
  • Gaucelm rent ook naar Erik toe en praat op hem in hoe heroïsch hij eigenlijk is.
  • Groene Draak hult zichzelf, Draco en Bartholomeus in een enorme wolk met mist en stapt weg uit het gevecht, maar krijgt nog wel een klap van Bartholomeus te verduren.
  • Draco opent nu zijn mond en stoot een ijskoude golf adem uit. Voor hem verandert de mist in sneeuw waardoor er een open plek in de mist ontstaat. Van de draak ontbreekt echter elk spoor.

Ronde 5

  • Martin rent door de mist, de sneeuw en weer de mist in, totdat hij gebeten wordt door de draak. Hij schreeuwt dat hij de draak heeft gevonden, maar schiet zijn pijl recht de lucht in.
  • Elaine loopt om de wolk met mist heen, ziet de achterkant van de draak uit de mist steken, roept dat ze zijn staart ziet en gaat ten slotte onder die staart staan.
  • Erik staat op en wankelt ook een stukje vooruit, maar heeft de draak nog niet in beeld.
  • Bartholomeus stormt blind door de mist in de richting van Martin en Elaine en botst wel tegen de draak aan, maar is daardoor zo uit balans dat zijn zwaardslag geen effect heeft.
  • Gaucelm verschuilt zich weer in een van de huizen, maar probeert de draak wel te provoceren door hem uit te maken voor een laffe kip die niet durft te vechten en zich alleen in mist hult. "Pôk pôk pôk pôk".
  • Groene Draak roept terug dat hij Gaucelm als laatste op zal eten. Hiermee geeft hij wel per ongeluk zijn positie weg. Kwaad geeft hij Bartholomeus de volle laag van beten, krabben en slagen, iets wat zelfs onze moedige leider niet in de koude kleren gaat zitten.
  • Draco stormt door de sneeuw en mist naar de plek waar hij de draak hoorde en dient het wederom een rake klap toe, al is zijn wapen niet langer vlammend.

Ronde 6

  • Martin rent weer een stukje weg, wat hem op een beet van de draak komt te staan. Zijn pijl mist wederom.
  • Elaine probeert de draak van achteren te raken, maar ook daar blijkt de draak voorzien van een goed pantser.
  • Erik loopt verder om de mist, verdwijnt zodra hij de draak ziet en geeft de draak een dusdanige onzichtbare klap, dat de draak met een luide brul in elkaar stort.
  • Bartholomeus richt al zijn woede op het bewusteloze monster en hakt met een ferme zwaai de kop van het beest af. De draak is ten einde.

 

 

Verzorging en buit

Nu het gevecht ten einde is komt iedereen samen om elkaar te feliciteren en te ondersteunen. Draco straalt een soort koude gloed uit, waardoor ieders wonden dicht lijken te vriezen, totdat iedereen zich weer in redelijk goede doen voelt. Gaucelm verricht nog wat extra verzorging, voordat hij en Draco zich over de lichamen van de draak en de dwerg buigen.


De dwerg heeft een oude kroon bij zich die ons bekend voorkomt, al was de kroon die we hebben gezien in een veel betere staat. Daarnaast heeft hij een machtig grootzwaard, met prachtige gravures rond de pommel. (Greatsword, d12 ipv d10, +1/+3 voor dwergen).


Draco is zoals altijd erg geïnteresseerd in wapenrusting van dwergenmakelij. De kroon wil hij graag terugbrengen naar een dwergenenclave, maar iedereen verwacht dat Bartholomeus deze schatten zal opeisen om terug te brengen naar het leger. Tot ieders verbazing geeft hij Draco echter opdracht om het zwaard en de kroon goed te verbergen en voorlopig bij zich te houden.


De draak heeft om een van zijn klauwen een ring zitten, die we moeten laten identificeren. (Ring of minor spellstoring, slaat maximaal 3 ongebruikte spells op voor later gebruik, toebedeeld aan Elaine).Hij beschikt ook over een kleine metalen staaf, waarop in het draconisch woorden over stilte staan geschreven. Gaucelm ontfermt zich hierover. (Rod of lesser silence, geeft de mogelijkheid om eens per dag een spreuk zonder verbale component te casten).

We vinden zeven scrolls (Disrupt undead, Magehand, Detect magic, Acid splash, Message, Obscuring mist, Mage armor), 2700 goudstukken (waarvan een deel bestemd voor het identificeren van items), en een hele berg kleding waaruit verschillende vermommingen zijn samen te stellen. Gaucelm neemt hier een deel van mee.


In de berg kleding bevindt zich bovendien een eenvoudige zwarte outfit met een stuk touw als riem, die Erik erg goed staat. (Monk’s belt, telt vijf levels op bij huidig level voor AC en unarmed damage en geeft een extra stunning fist aanval per dag).


Ten slotte vinden we in de stapel kleding ook nog een prachtige mantel. Gaucelm trekt deze direct aan en ziet er nog mooier uit dan normaal. Draco ziet dit en vraagt Gaucelm of hij wat uit mag proberen. Hij stapt op Erik af, die er nog steeds wat belabberd uitziet, legt zijn hand op zijn schouder en vertelt hem dat hij zich niet zo aan moet stellen. Erik kijkt hem vreemd aan. Daarop doet Draco de nieuw gevonden mantel om, legt nogmaals zijn hand op Erik’s schouder en verteld hem dat het allemaal wel meevalt. Nu kijkt Erik hem een stuk begrijpender aan en als sneeuw voor de zon verdwijnen al zijn wonden. Draco stapt nu ook op Gaucelm af en ook bij hem worden de wonden minder. Daarna geeft Draco de mantel weer terug aan Gaucelm. (Cloak of charisma +2).


Verder wordt de draak volledig onderzocht door Martin die er de nodige materialen van afsnijdt.



Handlangers bij de ingang

Het laatste item dat de draak bezit, is een amulet. Het is hetzelfde amulet dat Martin om heeft, maar dan een stuk groter. Draco doet het amulet om en is zich ineens bewust van een grote wereld, waarin zich een stuk of veertig personen bewegen die hij aan kan voelen. Een persoon bevindt zich vlakbij: Martin. Maar Draco voelt niet alleen Martin in de buurt. Bij de uitgang van het fort bevinden zich nog vier personen die hij aanvoelt. Uitleggen aan de rest is lastig, dus iedereen doet een voor een het amulet om, om het zelf te ervaren. Martin raakt hier nogal van in de war, maar voor de rest is het duidelijk. Het grote amulet kan de personen die de kleine amuletten dragen aanvoelen. Andersom lijkt dit niet het geval te zijn, want Martin voelt niemand anders.

Niet alleen bevinden zich bij de uitgang nog vier handlangers van de Groene Draak, ze beginnen ook nogal onrustig te zijn. Omdat we nog behoorlijk gehavend zijn, zullen we een list moeten verzinnen. Gelukkig is Gaucelm direct in zijn element. Hij neemt het amulet over, zoekt een paar mooie kleren uit en zal zich voordoen als de draak die de dwerg verslagen heeft en ons nu als handlangers erbij heeft. Het plan is om ze richting de menselijke legers te sturen en indien mogelijk uit te horen over de plannen die de Groene Draak had.


Met Gaucelm voorop, Elaine met Eridis en Draco daarachter en Bartholomeus met Martin achteraan (Erik is verdwenen tegen de rotswand), lopen we gezamenlijk naar buiten. Maar waar we rekenden op vier mensen, blijken het twee half-draken en twee drakenpaarden te zijn. Gaucelm spreekt geen draconisch en kan daar via een van zijn trucjes wel voor zorgen, maar dat zou teveel opvallen. Gelukkig blijft hij rustig en met de nieuw gevonden metalen staaf weet hij zich in stilte klaar te stomen voor een gesprek in draconisch.


Gaucelm gaat vol verve het gesprek aan door zijn “handlangers” te verwijten hem niet te hulp te zijn geschoten. Daarna dwingt hij hen om verslag uit te brengen van hun missie. De half-draken vertellen dat Zij hen opdracht heeft gegeven om na het leegmaken van dit fort af te reizen naar het volgende fort, K’tha’khat (kattegat), om dat ook leeg te gaan maken.


Ondertussen beginnen de drakenpaarden onrustig te worden. Elaine fluistert Draco in dat paarden kunnen ruiken met wie ze te maken hebben en dat we snel af moeten ronden, maar er is geen manier om dit aan Gaucelm duidelijk te maken.


Gaucelm legt aan de half-draken uit dat hij een bericht heeft gekregen van Haar en dat de half-draken eerst richting een ander fort moeten gaan om dat te verkennen, terwijl hij met ons samen naar K’tha’khat reist. De half-draken hebben wat moeite om hem te geloven, maar een woede-uitbarsting van Gaucelm overtuigt hen. Op hun drakenpaarden vliegen ze weg. Als ze uit zicht zijn slaat iedereen een zucht van verlichting, waarna Gaucelm het amulet weer aan Draco geeft en uitlegt wat de eigenlijke plannen van de Groene Draak waren.


Bartholomeus vraagt of het gebruikelijk is dat een Groene Draak nog een hogere opdrachtgever heeft, waarop Draco uitlegt dat dit nog maar een jongvolwassen draak was. Draken van die leeftijd stellen zich vaak in dienst van een oudere draak, om op die manier te leren.

 

Wachttoren

We overleggen wat ons nu te doen staat. Terug naar onze opdrachtgevers om verslag uit te brengen en te melden dat we de opdracht volbracht hebben? Of richting K’tha’khat trekken om hen te waarschuwen dat ze het volgende doelwit zijn van wat waarschijnlijk een georganiseerde aanval door een volwassen draak en haar aanhangers zal blijken te zijn?


Verrassend snel komen tot overeenstemming, want iedereen stemt voor K’tha’khat. We zadelen de paarden en gaan op weg. Na twee dagen reizen zien we in de verte een wachttoren, vergelijkbaar met de wachttoren die op onze vorige missie tegenkwamen. Maar deze toren is duidelijk bewoond, want bovenop brandt een baken. We stijgen af, Gaucelm tovert een witte vlag tevoorschijn en langzaam lopen we naar de toren.


Uit de poort komen drie wachters, die ons staande houden. Gaucelm vertelt dat we van het verlaten fort komen, waar we aan de zijde van een oude dwerg een Groene Draak hebben verslagen. Hij legt uit dat we nu met een waarschuwing naar K’tha’khat reizen. Als bewijs laat hij de oude kroon zien die we hebben gevonden. De wachters zeggen dat we de wapens in de schede moeten laten en nemen ons mee naar de wachttoren.


Bovenin de toren worden we het kantoor ingeleid van Commander Odin Bruinbaard, een belangrijk uitziende dwerg met een leren vest en een gouden diadeem op zijn hoofd. Hij ondervraagt ons over wat we in de dwergenlanden doen in tijd van oorlog en wat we in het oude fort te zoeken hadden. Als Gaucelm nogmaals uitlegt wat daar gebeurd is, gelooft hij ons niet. Het oude fort is al eeuwen verlaten. Ook de kroon overtuigd hem nog niet en doet hem slechts vragen of we grafrovers zijn en of we nog andere oude schatten hebben meegenomen. Het zwaard en schild zijn gelukkig goed opgeborgen.


De Commander wil ons onderwerpen aan een ritueel van eerlijkheid. Gaucelm wil hier in eerste instantie niet aan meewerken, maar Draco legt uit dat dit een oud ritueel is binnen de dwerggemeenschap om de waarheid boven tafel te krijgen. Aangezien we volledig de waarheid vertellen en niks te verbergen hebben, kunnen we het beste meewerken. Op Draco’s aandringen stemt iedereen met het ritueel in.


De Commander laat een mysticus komen, die rondom de kamer kaarsen aansteekt, wierook sprenkelt, vreemde tekens in de lucht tekent en onbekende woorden brabbelt. Ten slotte bereidt hij een drank, waar iedereen een slok van drinkt. Als Draco de kelk als laatste aan Martin doorgeeft, fluistert hij Martin in het oor dat hij het beste de hele kelk leeg kan drinken. Martin zet direct de kelk aan zijn mond, drinkt hem leeg en valt direct stomdronken in slaap. De aanwezige dwergen kijken beledigd, maar wij slaken een zucht van verlichting nu Martin voorlopig niet zijn mond voorbij kan praten.


Gaucelm vertelt voor de derde keer het verhaal. Deze keer gelooft de Commander ons, maar hij blijft het een vreemd verhaal vinden. Als antwoord op onze vragen vertelt hij dat het fort eeuwen geleden ten onder is gegaan aan onderlinge gevechten die het gevolg waren van hebzucht. We leggen uit dat we daar ook last van hadden als gevolg van een vervloekte steen. Hij vertelt ook dat het verhaal ging dat de koning als enige overbleef en gek werd. Ook dat kunnen we bevestigen. Op de vraag of het fort nu veilig is, begint Gaucelm het gevecht met de draak in geuren en kleuren te vertellen, maar zodra hij het begint aan te dikken, begint de mysticus te kreunen. Snel beperkt Gaucelm zich weer tot het echte verhaal, waarop de mysticus weer stil wordt.


Ook het gesprek met de half-draken wordt nu door de Commander geloofd, maar het bevreest hem niet. Hij vertelt dat K’tha’khat een dusdanig sterk fort is, dat zelfs een wyrm zou moeten vrezen voor haar leven. Maar als Draco vertelt dat zich nu al drie handlangers van de draak in K’tha’khat bevinden en de mysticus volledig stil blijft, hebben we voor het eerst echt de aandacht van de Commander. Hij bezweert dat geen dwerg het fort zal verraden, maar staat dan toch toe dat we de volgende dat onder begeleiding richting K’tha’khat reizen.


Als afsluiting van het gesprek, vraagt Draco aan de Commander of hij bekend is met het lot van zijn verdwenen leermeester, Robert Leermaker. De Commander denkt te weten dat hij zich in K’tha’khat bevindt.


Als de mysticus alles heeft opgeruimd, worden er boodschappers naar K’tha’khat en naar het oude fort gestuurd. Wij worden uitgenodigd om de nacht in de wachttoren door te brengen. Martin wordt direct in bed gelegd, Draco begeeft zich naar de wapenkamer om daar de wapens en armor te bestuderen en Bartholomeus gaat naar de trainingsruimte. Hij gaat een spargevecht aan met een van de dwergen. Het is een mooi gevecht dat beide kanten op kan gaan, maar uiteindelijk overwint de dwerg.

 

K’tha’khat

De volgende ochtend zijn de boodschappers al terug uit het oude fort en zij bevestigen dat ze daar een pas verslagen groene draak hebben aangetroffen. Onder begeleiding vertrekken we naar K’tha’khat, waar we zogenaamd als gevangenen zullen worden binnen geleid.


Terwijl we de berg waarin K’tha’khat zich bevindt naderen, ziet Martin in de verte plotseling een draak vliegen. Elaine merkt op dat het eruit ziet als een zilveren draak, tot grote frustratie van Draco, want als enige vangt hij geen glimp op van de draak.


In K’tha’khat aangekomen, begeven we ons eerst over een brede marktstraat. Plotseling slaakt Draco een kreet en rent op een dwerg af die in een kraam vol met armor en wapens staat. Het is zijn oude leermeester. Draco werpt zich aan zijn voeten en vraagt hem hoe het kwam dat hij zo plotseling verdwenen was en of hij in orde is. Zijn meester antwoord hem dat het goed met hem gaat en dat Draco zich meer zorgen moet maken om zichzelf. De dwergen zijn vertrokken uit de mensenlanden omdat er oorlog op komst was, oorlog die de mensen aan zichzelf te danken hebben. Hoewel hij blij is dat Draco zijn weg gevonden lijkt te hebben, sluit hij de reünie vlot af. Als Draco klaar is met zijn bezigheden, kan hij nogmaals langs komen.


Hierna worden we door onze begeleiders dieper het fort in meegenomen. Draco bevestigt dat er zich drie handlangers in het fort bevinden. Eentje bevindt zich in de diepte, waar we nu naar toe lopen. Twee bevinden zich een paar verdiepingen hoger, waar volgens onze begeleiders de leiders bevinden. Dat belooft niet veel goeds.