... Draco pakte de kroon van het hoofd van het skelet en las in
archaisch dwergs: "This too shall pass". (Ook dit zal vergaan). Een
merkwaardige tekst, maar tot zover het minst merkwaardige wat we de
afgelopen uren hebben meegemaakt.
Snap out of it
Met
Erik ging het inmiddels heel wat beter, de stervende dwergen waren uit
zijn gedachten verdwenen en hadden plaats gemaakt voor gesnik. Terwijl
Draco, Gaucelm en ik ons rond de kroon begaven en ons verwonderden over
te tekst en ik met name over de mogelijke historische waarde van het
artefact, zocht Erik de muur af naar waar het gesnik vandaan on komen.
Hij vond niets anders dan een muntje. Draco wist van de gebruiken van de
dwergen dat zo'n muntje vaak onder de tong van een dode dwerg werd
gelegd als deze begraven werd. In ons geval echter, viel het muntje
gewoon door het skelet heen en hield het gesnik niet op.
Gaucelm
stelde voor om de kroon op te zetten. Dat leek mij niet zo'n goed idee,
veel nobeler zou zijn geweest als hij zelf had voorgesteld de kroon op
te zetten. Maar dat was duidelijk niet het plan. Martin echter zag er
totaal geen kwaad in en bood zich vrijwillig aan om de kroon op te
zetten. Aangezien hij al eerder gek was geworden twijfelden we.
Inmiddels
had Erik ontdekt dat het gesnik van net voor de kroon vandaan kwam en
wilde gaan praten met de snikkende entiteit. Op wonderlijke wijze zorgde
Gaucelm ervoor dat Erik dwergs kon praten en verstaan (en dat zonder
jaren studie!). Waarna we Erik aan de leegte hoorden vragen of hij iets
voor de snikkende entiteit kon doen, er kwam geen antwoord. Wat restte
was Martin de kroon te laten opzetten.
De
omgeving veranderde: we stonden opeens met onze laarzen in de koude
blubber te kijken naar een snikkende grijze dwerg op een eiland omgeven
met kaarsen in de blubberpoel van een ondergrondse grot. Langs de randen
van de grot hingen huiden te drogen. Erik was al een keer in deze grot
gevallen en was gered door Draco. Zij wisten ons te vertellen dat we
terug waren in de gewone wereld. Misschien moet ik me eens wat minder
voorzichtig opstellen en geloven wat Gaucelm zegt, ookal hebben we
gezworen hem nooit meer op zijn woord te geloven.
Eén voor allen, allen voor één
Martin
bleef staan en de rest liep naar de dwerg toe waarbij Gaucelm, Draco en
ik probeerden te ontfutselen wat het probleem was. Behalve het
hoongelag van een totaal depressieve kwam er niet veel uit. Dit was
totdat hij Martin's amulet zag; het snikken maakte plaats voor een woest
gebrul en geblaas en een dwergs woord: "DRAAK!". Gaucelm gebood Martin
het amulet weg te stoppen. Martin stopte meteen het amulet weg.
Het
leek alsof de dwerg Martin ging verscheuren. Draco, Bartelomeus,
Gaucelm en ik probeerden de dwerg te grijpen. Niemand behalve Gaucelm
was snel genoeg om de dwerg te stoppen. Martin zag dit alles aan en zag
het nut er niet van in. Behendig en stil legde hij een geel-groen
gevederde pijl op zijn boog, richtte en schoot de dwerg in zijn borst.
Deze dommelde weg in een diepe slaap. Hoewel effectief, schoot ik toch
een boze blik zijn kant op.
Met moeite kon ik
de pijl verwijderen, de punt brak af en moest ik met behulp van wat
gereedschap uit de wond pulken. Hierna kon ik de wond hechten en helpen
helen (l.o.h.). Na een tijdje werd de dwerg wakker. Inmiddels was het
duidelijk dat we het woord "draak" maar beter konden vermijden.
Bartelomeus had voor de zekerheid de dwerg met handboeien aan zichzelf
vast geketend. Erik bood de dwerg zijn persoonlijke drankfles aan. Een
uitstekend gebaar, de dwerg klokte de hele inhoud naar binnen en keek
ons veel vriendelijker aan. Naar goed gebruik bij de dwergen is men te
gast als men de gastheer drank aanbied. Er viel nu beter met hem te
praten.
Brace yourselves
Hoewel we niet totaal zeker hadden
gemaakt dat er geen derde partij in de grot was die ons kon aanvallen,
voerden we toch ons oorspronkelijke plan uit. We boden de dwerg aan de
draak te helpen verslaan. Dit bracht hem in een handelende houding en
hij wees op een zwaard een harnas aan de overkant van de grot. Terwijl
dit door Draco gehaald werd smeerde hij de wond in met een of ander
smerig goedje. Het zal wel helpen tegen de pijn, maar ik betwijfel of
het enig goed doet. Bartelomeus zat inmiddels nog vastgeketend aan de
dwerg. Ik moest hem laten zweren niemand aan te vallen. Na enkele
pogingen lukte dat en maakte Bartolomeus zichzelf en de dwerg los.
Draco
keerde terug met een prachtig zwaard, een dat toebehoord aan een koning
aan de kroon in de pommel te zien. We vermoedden natuurlijk al zoiets,
maar naar bevestiging keek ik de dwerg toch met iets meer mededogen aan.
Er moet hier zich iets verschrikkelijks hebben afgespeeld als hij de
enige is die nog over is. Het harnas had hier en daar plekken die zo te
zien waren weggevreten door zuur. Draco had ook nog een harnas
bemachtigd wat niet meer te redden was. Hij volgde geintrigeerd de
patronen van het overgeblevene met zijn vingers, en vroeg de
dwergenkoning of hij het gehavende harnas mocht meenemen. De dwerg
gebaarde dat hij het niet meer nodig had.
De
dwergenkoning zijn actieve houding was natuurlijk een hele verbetering,
maar we waren uitgeput van onze avonturen in de mysterieuze "lege
ruimte". Eridis bevond zich nog steeds een verdieping hoger in de grot,
en ik besloot dat hij het nog wel enkele uren zou uithouden. Iedereen
zorgde ervoor dat hij een goed plekje had om een goed aantal uren rusten
en ook ik trok me terug. Het harnas moest geinspecteerd, het zwaard
geslepen en ik stond stil bij mijn familie, mijn orde en het onrecht wat
zich hier afgespeeld had. Daarna volgden nog wat fysieke oefeningen en
de eerste wacht. De dwerg had blijkbaar geen slaap nodig, hij bleef de
hele rustperiode ongeduldig wakker.
Toen we
allemaal voldoende uitgerust waren klommen we via uitgehakte sporten in
de rotswand omhoog, de draak tegemoet. We kozen allen een tactische
positie en ik kon eindelijk Eridis weer zien, hij snoof begrijpend in
mijn handschoen en ik maakte wat voedsel los uit zijn zadeltassen waar
Eridis tevreden op begon te kauwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten